COPD-medicijnen werken bij patiënten in de huisartspraktijk mogelijk minder goed dan op grond van wetenschappelijk onderzoek wordt verwacht. De oorzaak daarvan is dat deze patiënten veel verschillen van patiënten die deelnamen aan grote COPD-studies. Dat blijkt uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), gepubliceerd in PLOS ONE.

Foto: Zorgkrant

COPD-medicijnen werken bij patiënten in de huisartspraktijk mogelijk minder goed dan op grond van wetenschappelijk onderzoek wordt verwacht. De oorzaak daarvan is dat deze patiënten veel verschillen van patiënten die deelnamen aan grote COPD-studies. Dat blijkt uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), gepubliceerd in PLOS ONE.

Patiënten die deelnemen aan grote onderzoeken voor nieuwe geneesmiddelen zijn over het algemeen ziekenhuispatiënten. Ze hebben onder meer een slechtere longfunctie en meer klachten dan de COPD-patiënt in de huisartspraktijk. Door deze discrepantie blijft het onduidelijk of de COPD-medicijnen even goed werken bij ‘gewone’ COPD-patiënten.

Effect mogelijk overschat

Huisarts in opleiding Annemarije Kruis en huisarts-onderzoeker dr. Niels Chavannes van de afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde (PHEG) vergeleken groepen COPD-patiënten die deelnamen aan wetenschappelijk onderzoek naar medicijnen met de gemiddelde COPD-patiënt in de huisartspraktijk. Voor een representatief beeld voegden zij gegevens van huisartspraktijken uit verschillende landen samen.

Aan de studies naar COPD-medicijnen bleken voornamelijk mannen mee te werken met een slechte longfunctie, veel klachten en een beperkte kwaliteit van leven. COPD-patiënten in de huisartspraktijk hebben vaak een milder stadium van COPD. Ook zijn ze in de helft van de gevallen van het vrouwelijk geslacht en gemiddeld ouder. “In het algemeen kun je met medicijnen meer bereiken bij patiënten met ernstiger klachten, bij wie meer winst te behalen is”, zegt Niels Chavannes. “Ook reageren jongere patiënten vaak beter op medicijnen dan oudere patiënten. Het effect van COPD-medicijnen wordt op basis van klinisch wetenschappelijk onderzoek dus mogelijk overschat.”

Onderzoek naar mildere stadia

De huidige richtlijnen voor het voorschrijven van COPD-medicijnen zijn gebaseerd op de grote wetenschappelijke studies. “Dat is kwalijk, aangezien wij als huisartsen het grootste deel van de medicatie voorschrijven aan COPD-patiënten”, merkt Annemarije Kruis op. “Wij pleiten dan ook voor minder selectief onderzoek, en voor meer onderzoek met patiënten met mildere stadia van COPD.”

COPD

Patiënten met COPD (chronisch obstructieve longziekte) lijden aan longemfyseem of chronische bronchitis, of aan een combinatie van beide ziekten. In 90 procent van de gevallen is roken de oorzaak van COPD. De symptomen zijn onder andere kortademigheid, hoesten en overmatige productie van slijm in de longen. De ziekte is niet te genezen, maar stoppen met roken voorkomt verergering. Patiënten kunnen hun klachten verlichten door gebruik van luchtwegverwijders en inhalatiesteroïden. Die laatste kunnen ook bijwerkingen hebben, zoals schimmelinfecties in de mond en keel.

Het artikel is gepubliceerd in  PLOS ONE.


Aanvullende informatie:

Plaatsingsdatum:
10 maart 2014 om 12:00

Auteur:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Bron:
LUMC

Aanmelden e-mail nieuwsbrief

ZorgKrant.nl is een initiatief van de stichting Care Net Holland!