/a_650_1788.jpg)
/a_650_1449.jpg)
/a_650_0040.jpg)
/a_650_1603.jpg)
/f_650_0022.jpg)
/d_650_0079.jpg)
/d_650_0285.jpg)
/e_650_0115.jpg)
/a_650_1493.jpg)
/a_650_0595.jpg)
Patiënten moeten zelf kunnen kiezen of ze voor zorg naar de dokter en het ziekenhuis gaan, of dat ze die zorg digitaal thuis krijgen. Dat bepleiten de directeuren van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Patiëntenfederatie vandaag in het Algemeen Dagblad.
Digitale zorg in stroomversnelling
Tijdens de coronapandemie is digitale zorg in een stroomversnelling gekomen, constateert het AD. “Uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) blijkt dat tijdens de eerste lockdown zeventig procent van de consulten digitaal verliep, in het eerste kwartaal van 2021 nog ruim dertig procent.“
In het interview met de krant zegt directeur Petra van Holst van ZN over zorg thuis: “Zelfs met een moeilijk gesprek kan het fijn zijn om dat via een beeldscherm thuis te doen, want dan kan je iedereen erbij hebben. Dat past soms niet eens in een spreekkamer.”
En Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie voegt toe: “Er zijn allerlei apps om patiënten thuis te volgen. Mensen met de longziekte copd, hartfalen, de ziekte van crohn of diabetes kunnen hun waarden thuis invoeren. Op afstand kan een verpleegkundige of arts die patiënten volgen en begeleiden, dat heet telemonitoring.”
Poli op afstand
Ziekenhuizen willen zelf ook dat een kwart van de polibezoeken op afstand blijft. Voor corona waren er grote verschillen in de digitale zorg die ze leverden, maar nu zegt 95 procent van de ziekenhuizen aan beeldbellen te doen en gebruikt 65 procent telemonitoring.
Kijk hier voor meer informatie
Tags bij dit artikel:
