De cijfers komen uit het jaarlijkse onderzoek Sociale samenhang en welzijn
Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet, is in 2021 verder gedaald. In dat jaar zei 39 procent in de afgelopen twaalf maanden zich ten minste één keer vrijwillig te hebben ingezet voor een organisatie of vereniging. Tien jaar eerder was dat nog 51 procent, en in 2020 44 procent. De afname tussen 2020 en 2021 was vooral te zien bij vrijwilligerswerk op school, in het jeugdwerk en voor culturele verenigingen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De cijfers komen uit het jaarlijkse onderzoek Sociale samenhang en welzijn, waarin ook extra vragen over vrijwilligerswerk zijn toegevoegd op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk. In de enquête is mensen van 15 jaar of ouder onder andere gevraagd naar hun inzet als vrijwilliger in de twaalf maanden en vier weken voorafgaand aan het onderzoek. Deelnemers in 2021 keken dus, afhankelijk van het moment van onderzoek, deels terug op 2020 en deels op eerdere maanden in 2021. In beide jaren waren er perioden met coronamaatregelen zoals lockdowns.
Recent vrijwilligerswerk niet verder afgenomen
Het aandeel mensen dat aangaf in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek vrijwilligerswerk te hebben gedaan, is in 2021 niet verder gedaald. In 2020 was hier nog een duidelijke daling te zien van 31 procent in 2019 naar 21 procent.
Daling vooral bij jongste en oudste leeftijden
Vooral mensen tussen de 15 en 35 jaar en 75-plussers zeiden in 2021 minder vaak dan het jaar ervoor dat ze zich als vrijwilliger hadden ingezet. In de oudste leeftijdsgroep had in 2021 27 procent aan vrijwilligerswerk gedaan, een jaar eerder was dat 35 procent. De leeftijdsgroepen 35 tot 55 jaar kenden altijd het hoogste aandeel vrijwilligers. In 2019 was dat nog rond de 55 procent, maar in 2021 is het afgenomen naar rond de 45 procent.
Sterkste afname bij scholen en sportverenigingen
Net als in eerdere jaren zetten in 2021 relatief veel mensen zich in als vrijwilliger voor sportverenigingen (12 procent), maar wel minder dan in de twee jaren daarvoor. Ook het aandeel vrijwilligers op scholen nam af: in 2021 zette 6 procent zich daar in, in 2019 was dat nog 11 procent. Bij verzorging, jeugdorganisaties, levensbeschouwelijke organisaties en overige (niet in de andere categorieën passende) organisaties was ook rond de 6 procent vrijwilliger. Zo'n 4 procent van de bevolking deed vrijwilligerswerk ten behoeve van de wijk of buurt, of voor hobby- of gezelligheidsverenigingen en voor culturele verenigingen of organisaties.
Bijna kwart vrijwilligers zegt dat werkgever rekening met ze houdt
In 2021 is aan mensen met een betaalde baan de vraag gesteld of hun werkgever rekening houdt met werknemers die vrijwilligerswerk doen, bijvoorbeeld om vrijwilligerswerk te kunnen doen onder werktijd, of het schenken van geld of materialen om vrijwilligerswerk te doen. Volgens 23 procent van de werknemers die zelf vrijwilligerswerk deden, houdt de werkgever rekening met vrijwilligers. Degenen die zelf geen vrijwilligerswerk deden, zeiden met 14 procent minder vaak dat er rekening met vrijwilligers wordt gehouden. Zowel bij de vrijwilligers als in de overige groep vond ruim een derde dat de werkgever geen rekening met vrijwilligers houdt.