Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in een rapportage over de twee wetten die in januari zijn ingevoerd

Er zijn grote verschillen tussen zorgverleners bij het uitvoeren van twee nieuwe wetten over gedwongen zorg aan patiënten en cliënten. Ook zijn er verschillen tussen de twee wetten. Zorgverleners proberen dwang zo veel mogelijk terug te dringen, maar het duurt te lang voordat belangrijke zaken echt goed geregeld zijn. De coronamaatregelen in de zorg maken het soms nog lastiger. Vooral op regionaal niveau moeten zorgkantoren, zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg afspraken maken over de beschikbare crisisopvang en crisisbedden.

Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in een rapportage over de twee wetten die in januari zijn ingevoerd: de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rapportage gaat over de periode april tot en met september.

De inspectie ziet dat zorgverleners “ontzettend hard werken” en “zich extra inzetten” om de twee nieuwe wetten goed uit te voeren. Zij bedenken alternatieven voor het toepassen van dwang en willen verplichte en onvrijwillige zorg verminderen. Maar de stappen vooruit zijn klein.

Over het algemeen is de uitvoering van de Wvggz beter op weg dan de uitvoering van de Wzd. Op het moment dat de Wvggz in werking trad, waren zorgverleners meestal goed voorbereid. Er zijn ook zorgaanbieders die de uitvoering van zorg die onder de Wzd valt, al goed geregeld hebben.

Prangende problemen
Net als in een eerdere rapportage signaleert de inspectie dat zorgverleners en patiënten/cliënten kampen met prangende problemen.

Aanbevelingen
De inspectie doet een aantal aanbevelingen.

Publicaties
De zorgvuldige uitvoering van dwang in de zorg écht goed regelen, kan alleen regionaal