In sommige gevallen ontwikkelt de postoperatieve pijn zich tot chronische pijn

Orthopedische chirurgie, preoperatief gebruik van opioïden, pijn die twee weken na de operatie bleef aanhouden en pijnlijke koude prikkels zijn de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van chronische pijn na een operatie. Dit zijn de bevindingen van een Nederlands-Duits onderzoeksteam met onderzoekers van het UMC Utrecht die onderzochten welke vroege waarschuwingssignalen voorspellend zijn voor de ontwikkeling van chronische pijn na een operatie.

Vroegtijdige herkenning van patiënten met een hoog risico op de ontwikkeling van chronische postoperatieve pijn vormt een belangrijke eerste stap in het voorkomen en behandelen van dit invaliderende ziektebeeld. In een studie die nu in het British Journal of Anaesthesia is gepubliceerd, heeft een Nederlands-Duitse onderzoeksgroep (UMC Utrecht, Erasmus MC en Universiteitsziekenhuis Jena, Duitsland) onderzocht of er vroegtijdige waarschuwingssignalen voor het optreden van chronische pijn zijn; hierdoor zouden de getroffen patiënten tijdig kunnen worden geïdentificeerd, zodat preventieve maatregelen kunnen worden genomen.

Bij de overgrote meerderheid van de patiënten verdwijnt pijn na een operatie na een paar dagen. In sommige gevallen ontwikkelt de postoperatieve pijn zich tot chronische pijn. Een bekend voorbeeld is het ontstaan van fantoompijn na een amputatie, maar chronische pijn kan ook ontstaan na andere chirurgische ingrepen. Chronische pijn na een operatie is vaak moeilijk te behandelen, gaat regelmatig gepaard met langdurig opioïdengebruik en beïnvloedt bij een groot deel van de patiënten het functionele herstel en de kwaliteit van leven.

Risicofactoren
Voor deze studie ontwikkelden de onderzoekers een score voor vroegtijdige waarschuwing bij een groep van 344 patiënten in het UMC Utrecht met verschillende typen operaties. Bovendien werd de validiteit van de score getest op een tweede groep uit het Erasmus MC - een inspanning die kenmerkend is voor een hoge methodologische kwaliteit van de studie.

Naast risicofactoren zoals orthopedische operaties en preoperatief gebruik van opioïden (een bepaald type sterke pijnstillers), vielen twee factoren in het bijzonder op: als patiënten 14 dagen na een operatie nog steeds klaagden over pijn, maar vooral als dit gepaard gaat met een pijnlijk koude gevoel, was het risico op voortdurende pijn drie maanden na de operatie aanzienlijk verhoogd. "Het pijnlijke koude gevoel is een aanwijzing dat het pijnverwerkingssysteem niet meer normaal functioneert," meldt arts-onderzoeker Marjelle van Driel, eerste auteur van de studie, die het werk samen met anesthesioloog dr. Mienke Rijsdijk bij de UMC’s van Utrecht en Rotterdam is gestart.

Internationaal netwerk pijnonderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met het internationale pijnonderzoeksnetwerk PAIN OUT, dat wordt gecoördineerd door het universitair ziekenhuis van Jena in Duitsland. "Deze studie illustreert het nut van het eenvoudig maar gericht vervolgen van patiënten na een operatie door middel van een vragenlijst," benadrukt dr. Winfried Meissner (Universiteitsziekenhuis Jena, Duitsland), coördinator van PAIN OUT en coauteur van de studie.

In een volgende stap moet worden onderzocht hoe het pijnverwerkingssysteem precies reageert na een operatie. Momenteel onderzoekt de afdeling pijngeneeskunde van het UMCU met de SCIP-Pain studie welke veranderingen in pijnverwerking en welke veranderingen in immunologische respons in de perioperatieve periode gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van chronische pijn na een operatie.