Dit blijkt uit een grote internationale studie onder leiding van leverchirurg Robert Porte van het UMCG
Koude, zuurstofrijke perfusie van een donorlever met de perfusiemachine voorafgaand aan een levertransplantatie, zorgt voor veel minder galwegproblemen na de transplantatie. Deze complicaties zorgen voor gezondheidsschade bij de patiënten en kunnen er toe leiden dat een patiënt een nieuwe transplantatie moet ondergaan. De perfusiemachine zorgt hiermee voor een efficiënter gebruik van het schaarse aantal beschikbare donorlevers.
Dit blijkt uit een grote internationale studie onder leiding van leverchirurg Robert Porte van het UMCG. Het is de eerste studie die direct bewijs levert voor het positieve effect van koude, zuurstofrijke machinale perfusie van donorlevers. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het gezaghebbende New England Journal of Medicine.
156 patiënten gevolgd
Voor dit onderzoek zijn liefst 156 patiënten gevolgd die een levertransplantatie ondergingen. Allen kregen een orgaan van een donor die door hartstilstand was overleden. De helft van de donorlevers werd voor de transplantatieoperatie buiten het lichaam twee uur gespoeld met een zuurstofrijke vloeistof via machineperfusie. De andere helft van de donororganen werd koud bewaard op ijs.
In dit onderzoek werd gekeken naar het aantal keer dat zich na de transplantatie galwegproblemen voordeden bij de patiënten. Het is onvermijdelijk dat een lever bij een transplantatie enige tijd buiten het lichaam is. De galwegen in de lever zijn erg gevoelig voor de schade die de lever hierdoor oploopt. De kleine bloedvaten die naar de galwegen lopen raken beschadigd. Als dat gebeurt, is er een grotere kans op complicaties van de galwegen na de transplantatie.
Gevolgen complicaties galwegen
Deze complicaties komen bij ongeveer een kwart van alle patiënten voor die een levertransplantatie hebben ondergaan. Zo’n drie a vier maanden na operatie krijgen zij koorts, geelzucht en ontstekingen aan de galwegen als gevolg van de verlittekening van door zuurstof gebrek beschadigde galwegen. Vaak leidt het voor hen tot extra behandelingen en ingrepen. Ook kan het voorkomen dat er een nieuwe levertransplantatie moet plaatsvinden als gevolg van de klachten. Galwegproblemen zijn daarmee de belangrijkste oorzaak van het verloren gaan van donorlevers. Bij levers die gedoneerd zijn na een hartstilstand is deze kans groter dan bij levers die gedoneerd zijn na hersendood.
Minder complicaties na machineperfusie
Uit het onderzoek blijkt dat bij de groep patiënten die een lever kreeg die via een perfusiemachine was gespoeld, het aantal galwegproblemen veel minder vaak voorkwam. In deze groep waren er bij 6% van de patiënten galwegproblemen, tegenover bij 18% van de patiënten uit de andere groep.
Onderzoeksleider Robert Porte is zeer enthousiast over dit resultaat: ‘Behandeling van de donorlever met zuurstofrijke vloeistof in de perfusiemachine beschermt levers tegen de beschadiging en ontstekingsreactie die ontstaat als de bloedtoevoer naar de lever wordt hersteld, nadat de lever eerst tijdelijk geen zuurstof heeft gekregen. We veronderstelden dat het daarmee ook zou beschermen tegen het ontstaan van galwegproblemen na de transplantatie. In dit onderzoek hebben we dit inderdaad aangetoond. Daarmee is dit de eerste studie wereldwijd die de effectiviteit van deze vorm van machineperfusie bewijst.’
Meer donorlevers geaccepteerd
Doordat de kans op de complicaties bij levers die gedoneerd zijn na een hartstilstand groter is dan bij levers die gedoneerd zijn na hersendood, weerhoudt dit sommige transplantatiecentra ook in het accepteren van dergelijke donorlevers.
Porte: ‘Zeker in de VS zie je veel minder van dit type levertransplantaties dan in landen zoals Nederland, België en de UK. Met deze machineperfusietechniek zijn dus niet alleen complicaties na transplantaties te voorkomen, maar hopelijk zal dit er ook toe leiden dat meer levers van donoren die zijn gestorven na een hartstilstand, geaccepteerd zullen worden voor transplantatie.’
Perfusiekamer in UMCG
Het UMCG beschikt sinds 2015 over een zogenoemde ‘Organ Preservation & Resuscitation’-unit. In deze ruimte worden donororganen, zoals levers, longen en nieren, voor transplantatie in perfusiemachines behandeld met zuurstofrijke vloeistof en voedingsstoffen. Met de nieuwe perfusietechnieken kunnen organen niet alleen beter bewaard, maar ook verbeterd en vlak voor de transplantatie getest worden. Dit leidt ertoe dat meer organen geschikt kunnen worden gemaakt voor transplantatie. Eerder transplanteerde het UMCG al succesvol afgekeurde longen die waren geoptimaliseerd in een perfusiemachine.