Het is normaal om tijdens de bevalling wat bloed te verliezen

Toediening van een ruime hoeveelheid vocht per infuus bij overmatig bloedverlies tijdens en na een bevalling leidt niet tot betere behandelresultaten en kan zelfs nadelig zijn. Dat blijkt uit onderzoek vanuit het Maastricht UMC+, waarvan de resultaten recent zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PlosOne. Er blijkt nauwelijks verschil tussen de groep waarbij overmatig bloedverlies wordt behandeld met ruime vochttoediening ten opzichte van de groep die deze behandeling niet kreeg. Deze bevinding leidt tot de conclusie dat de internationale richtlijnen heroverwogen dienen te worden en medici wellicht terughoudender zouden moeten zijn met infusie.

Het is normaal om tijdens de bevalling wat bloed te verliezen. De medische term daarvoor is fluxus postpartum. Bij één op de twintig bevallingen komt echter overmatig bloedverlies voor. Als dat meer dan een liter bloed is, wordt gesproken van ernstige fluxus postpartum. In Nederland krijgen daar jaarlijks ongeveer 8500 vrouwen mee te maken. Veel bloedverlies leidt tot een traumatische ervaring, kans op operatief ingrijpen, bloedtransfusies en IC opnames. In omstandigheden waar minder goede voorzieningen voorhanden zijn, is het de belangrijkste reden van moedersterfte. Tot nu toe geven internationale richtlijnen het advies om bij overmatig bloedverlies een infuus met extra vocht toe te dienen. Onderzoek in andere situaties met veel bloedverlies (zoals bijvoorbeeld na een ongeluk) laat echter zien dat er aanwijzingen zijn dat teveel vocht geven leidt tot slechtere uitkomsten, zaols verstoring van de bloedstolling en een onwenselijke daling van de lichaamstemperatuur. Daarentegen kan te weinig vocht ook leiden tot een minder goede zuurstofvoorziening van belangrijke organen. Onderzoek naar de meerwaarde van vochttoediening is dan ook nodig.

Onderzoek
In de zogeheten REFILL-studie, onder leiding van gynaecoloog dr. Liesbeth Scheepers van het Maastricht UMC+, is onderzocht of de kans op een fluxus groter of kleiner is door het geven van extra vocht. In totaal deden in het Maastricht UMC+, het Zuyderland MC, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het Radboudumc 252 vrouwen aan het onderzoek mee. Op het moment dat er 500 ml bloed werd verloren, werd geloot tussen het terughoudender of ruimer geven van vocht. In de terughoudende groep kregen uiteindelijk 39% van de vrouwen een fluxus, in de groep die ruimer vocht toegediend kreeg was dat 51%. Omdat deze resultaten uiteindelijk net niet significant bleken, kan er geen voorkeur voor een bepaalde behandeling uitgesproken worden. Het laat het echter wel zien dat ruim vocht geven zeker niet de betere optie is. “Gezien de mogelijke complicaties moeten we constateren dat de internationale richtlijnen van veel vochttoediening bij fluxus postpartum heroverwogen moeten worden naar meer terughoudendheid met infusietherapie bij bevallingen”, aldus onderzoeker Pim Schol. 

Kijk hier voor het onderzoeksartikel