Dit blijkt uit het soa-jaarrapport van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Het aantal mensen dat een soa Seksueel overdraagbare aandoeningen -test laat doen bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG Centrum Seksuele Gezondheid ) is het afgelopen jaar gedaald door de uitbraak van het coronavirus. Het percentage dat ook echt een soa had, is gestegen van 19 procent in 2019 naar 21 procent in 2020. Chlamydia blijft de meest voorkomende soa. Dit blijkt uit het soa-jaarrapport van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu .
In 2020 lieten ruim 105.000 mensen zich testen bij de CSG Centrum Seksuele Gezondheid ’s. In 2019 lag dat aantal op ruim 150.000 consulten. Doordat er in 2020 minder mensen zijn getest, zijn er ook minder soa Seksueel overdraagbare aandoeningen -diagnoses vastgesteld. Maar het percentage positieve uitslagen was juist hoger dan in eerdere jaren. Dit komt omdat er, vanwege de afgeschaalde zorg, naar verhouding meer personen zijn getest met een hoog risico op soa. Naast de CSG-cijfers uit 2020 worden cijfers van huisartsen gebruikt uit 2019. Huisartsen voeren de meeste soa-consulten uit. Het aantal soa-consulten bij huisartsen bleef in 2019 stijgen. In dat jaar hadden zij bijna 365.000 soa-consulten. Dat is ruim 8 procent meer dan in het jaar ervoor.
Chlamydia
Chlamydia is al jaren de meest voorkomende soa, vooral bij jongeren. In 2020 hadden 15.979 bezoekers van de CSG’s een chlamydia-infectie. Dit is 24 procent minder dan in 2019 (21.134). Van het totaal aantal vrouwen dat zich in 2020 liet testen bij een CSG had 17 procent chlamydia. Van de heteroseksuele mannen was dat 22 procent. Bij mannen die seks hebben met mannen ligt het percentage al jaren rond de 10 procent.
Gonorroe
Ruim 6.700 bezoekers van de CSG’s hadden het afgelopen jaar gonorroe. Dat is 18 procent minder dan in 2019 (8.186). Deze soa komt vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen. Het is sinds 2015 bij deze groep de meest voorkomende soa. Het percentage consulten waarbij gonorroe is gevonden steeg tussen 2016 en 2020.
Syfilis
Het afgelopen jaar zijn er 1.324 syfilis diagnoses gesteld bij de CSG’s. Dat is ruim 7 procent minder dan in 2019 (1.430). In bijna alle gevallen gaat het om mannen die seks hebben met mannen. Het percentage in deze groep was vooral hoger bij de mannen die een melding ontvingen voor syfilis. Bij vrouwen en heteroseksuele mannen komt syfilis nauwelijks voor.
Hiv humaan immunodeficientievirus
In 2020 kregen 122 mensen via de CSG’s te horen dat ze hiv humaan immunodeficientievirus hadden. Dit is 26 procent minder dan in 2019. Van deze hiv-diagnoses waren er 107 bij mannen die seks hebben met mannen, 5 bij vrouwen en 10 bij heteroseksuele mannen. Het afgelopen jaar kwamen 755 mensen met hiv voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra (‘in zorg’). Dat was minder dan in 2019 (972). In totaal waren er vorig jaar ruim 21.000 mensen met hiv in behandeling bij zo’n centrum.
PrEP pre-expositie profylaxisis
Sinds medio 2019 is er een nationaal PrEP-pilotprogramma gestart bij de CSG’s voor personen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie. Dit zijn voornamelijk mannen die seks hebben met mannen. PrEP wordt geslikt om een hiv-infectie te voorkomen. Eind 2020 hadden 6.332 personen hun eerste PrEP-consult gehad binnen dit programma. Hiervan hadden 3.563 personen hun eerste consult in 2020.
Rapport: Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2020