Mensen krijgen slechts beperkt ESBL’s binnen via de veehouderij en door het eten van vlees. Overdracht gebeurt voornamelijk tussen mensen onderling.
ESBL is een enzym, geproduceerd door bepaalde bacteriën, dat ervoor zorgt dat de bacteriën resistent worden tegen sommige antibiotica. Onderzoekers van verschillende instituten ontdekten dat ESBL’s overal voorkomen binnen de veehouderij, het milieu en bij de mens zelf. Maar ESBL’s in de veehouderij blijken genetisch te verschillen van die bij de mens. Dat betekent dat mensen slechts beperkt ESBL’s krijgen via de veehouderij en door het eten van vlees. Overdracht gebeurt voornamelijk tussen mensen onderling. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het ESBLAT-onderzoekconsortium, onderdeel van het 1Health4Food-programma op het gebied van dier- en volksgezondheid. De resultaten werden gepresenteerd tijdens het ESBLAT-symposium op 9 februari.
ESBL staat voor Extended Spectrum Bèta-Lactamase. Het enzym zorgt ervoor dat bacteriën resistent worden tegen een belangrijke groep van antibiotica. Een infectie met deze resistente bacteriën is moeilijker te behandelen. Vooral voor kwetsbare mensen is dit een probleem.
De mens als bron
Ongeveer 5 procent van de mensen draagt ESBL’s bij zich in de darm. De onderzoekers vonden grote overeenkomsten tussen ESBL’s van gezonde dragers en mensen met een infectie door deze bacteriën. Dat betekent dat de mens zelf een belangrijke bron is voor overdracht van ESBL’s naar andere mensen.
Mensen die door hun beroep veel worden blootgesteld aan dierlijke bronnen, zoals veehouders en slachthuismedewerkers, hebben duidelijk een grotere kans om ESBL’s bij zich te dragen. De ESBL’s van veehouders en hun vee vertonen – in tegenstelling tot die van vee en andere mensen – veel verwantschap. Dat komt door het intensieve, directe contact tussen deze risicogroepen en het vee.
Dieren
Er zijn 22 verschillende plaatsen onderzocht waar bacteriën zich ophopen. In al deze reservoirs werden ESBL's gevonden. Zo vonden de onderzoekers ESBL’s bij gezelschapsdieren, wilde vogels, pluimvee, varkens, rundvee en in het oppervlaktewater. Maar de ESBL’s die ze vonden in het vee en in vlees waren genetisch grotendeels anders dan die van mensen. Dat betekent dat de veehouderij minder bijdraagt aan ESBL-dragerschap bij mensen dan eerder is gedacht. Dat mensen vooral ESBL’s zouden krijgen door het eten van (kippen)vlees blijkt een misvatting. Wanneer het vlees goed wordt verhit en er voldoende hygiënisch gewerkt wordt in de keuken, is de kans klein dat mensen aan ESBL’s worden blootgesteld.
Milieu
In de onderzoeken is ook gekeken naar ESBL’s in het milieu. Oppervlaktewater bevat vaak ESBL’s. Dat komt vooral door lozing van gezuiverd afvalwater uit het riool, maar ook doordat mest van dieren hierin terecht kan komen. Toch is er slechts een geringe kans dat mensen – bijvoorbeeld door zwemmen – hiermee in aanraking komen, omdat de concentraties ESBL’s in water laag zijn.
Ook omwonenden van veehouderijbedrijven worden blootgesteld aan ESBL’s via het milieu, bijvoorbeeld via de lucht. Zij hebben echter geen verhoogde kans om ESBL’s bij zich te dragen. Hieruit blijkt dat de bijdrage van de veehouderij via het milieu ook klein is.
ESBLAT-onderzoekconsortium
Het onderzoekconsortium bestaat uit de universiteiten van Wageningen en Utrecht, het rivm, het umc Utrecht en de Gezondheidsdienst voor Dieren. Het onderzoek is onderdeel van 1Health4Food. Dit is een publiek-privaat onderzoekconsortium op het gebied van dier- en volksgezondheid. Organisaties uit verschillende sectoren trekken hierin gezamenlijk met de overheid op. De afgelopen jaren is in dit onderzoeksprogramma aan tien projecten gewerkt.
Dit project ontvangt financiële steun van de Topsector Agri & Food. Binnen de Topsector werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid samen aan innovaties voor veilig en gezond voedsel voor 9 miljard mensen in een veerkrachtige wereld.