Post-COVID heeft bij jongeren en volwassenen veel impact op werk, studie of school

Veel mensen die aangeven langdurige coronaklachten te hebben, kunnen niet volledig meedoen aan het maatschappelijk leven. Dat is een belangrijke uitkomst van het twaalfde kwartaalonderzoek van het Netwerk Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR). Een groot deel van deze jongeren en volwassenen is niet in staat volledig naar school of naar hun werk te gaan. Ook voelen jongeren en volwassenen zich door hun klachten beperkt in hun sociale leven. Door een tekort aan energie hebben zij minder contact met vrienden en familie. Ook geeft een deel van hen aan dat de kwaliteit van hun relaties is verminderd.

Van de ruim twaalfduizend ondervraagden (12 jaar en ouder) die een coronabesmetting hebben gehad, ervaart 3 procent daarna nog langdurig klachten. Dit is ook bekend als post-COVID of long-COVID. In de meest recente kwartaalmeting is dit percentage onder jongeren en volwassenen even hoog. In deze twaalfde vragenlijstronde vroegen we hen voor het eerst specifiek naar de invloed van post-COVID op werk, school of studie en het sociale leven. De antwoorden helpen om beter te begrijpen hoe het is om post-COVID te hebben.

Impact op school en werk
Post-COVID heeft bij jongeren en volwassenen veel impact op werk, studie of school. Bijna de helft van de jongeren met langdurige klachten na een coronabesmetting kan niet volledig meedoen op school of bij hun vervolgopleiding: 27 procent volgt minder lessen en 20 procent heeft zich volledig ziekgemeld of uitgeschreven. Voor 34 procent van mensen met post-COVID die onder de beroepsbevolking vallen, geldt dat ze minder of niet meer werken. Daarnaast geeft 12 procent aan dat ze geen werk hebben. Bij hen draagt post-COVID hier mogelijk aan bij.

Impact op  sociale contacten
Een vijfde van de jongeren en een kwart van de volwassenen geven aan dat ze door de klachten minder tot geen sociale contacten meer hebben. Het gaat daarbij om zowel vrienden als familie. Een veelvoorkomende reden hiervoor is dat ze hier geen energie voor hebben. Ook zien ze minder mensen doordat ze aan minder sociale activiteiten meedoen op school, op het werk of bij de sportvereniging. Daarnaast geven zowel jongeren als volwassenen aan dat ze goedbedoeld worden ontzien, maar zich daardoor ook buitengesloten voelen. Sommigen ervaren onbegrip van hun omgeving. Slechts enkelen geven aan dat ze juist een betere band hebben gekregen met familie of vrienden.

Onderzoeksprogramma naar gevolgen coronacrisis op de lichamelijke en mentale gezondheid
Vijf jaar lang (2021-2025) verzamelt het Netwerk GOR informatie over de gevolgen van de coronapandemie op de gezondheid en het ervaren geluk van mensen in Nederland. Dit programma heet de Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19. De kwartaalonderzoeken zijn hier een onderdeel van. De monitor laat zien wat de mentale en lichamelijke gezondheid op een bepaald moment in Nederland is en hoe deze in de loop van de tijd verandert. Beleidsmakers kunnen met deze actuele kennis beter beleid ontwikkelen. Ook vinden er regelmatig gesprekken plaats met onder andere ervaringsdeskundigen, experts en zorg- en onderwijsprofessionals zodat zij de opgedane kennis kunnen meewegen in hun hulpaanbod.
 
Netwerk GOR bestaat uit het RIVM, lokale GGD’en, GGD GHOR Nederland, het Nivel en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. ZonMw is namens het Ministerie van VWS opdrachtgever van het onderzoek. Bij het Nivel maakt dit onderzoek deel uit van het onderzoeksprogramma Rampen en Milieudreigingen van prof. dr. Michel Dückers.

Bron: Nivel