Op dit moment is hij de enige hoogleraar Proefdierwetenschappen in Nederland.

Prof. Jan-Bas Prins zet in op onderwijs, onderzoek en open communicatie over onderzoek met dieren. Het welzijn van de dieren en vervangen van dierproeven vindt hij minstens zo belangrijk. "Niemand is voorstander van dierproeven, ook ik niet." Prins legde in zijn oratie op 12 mei uit wat zijn plannen zijn.

Jan-Bas Prins vindt het bijzonder dat het LUMC ervoor heeft gekozen om een leerstoel Proefdierwetenschappen in te stellen. “Het LUMC is een universitair medisch centrum waar we op topniveau onderzoek doen en daar horen dierproeven bij. Ik vind het bijzonder dat het LUMC het daarnaast belangrijk vindt om onderzoek te doen naar verfijning en vermindering van dierproeven; dus als het niet anders kan, te kijken naar hoe we dat onderzoek met dieren zo goed mogelijk kunnen doen. Waarbij we het welzijn van de dieren maximaal beschermen en tegelijk streven naar een zo goed mogelijk wetenschappelijk resultaat.”

Dierproef nooit vanzelfsprekend

De overgang naar proefdiervrij onderzoek is volgens Prins vergelijkbaar met de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie in de energiesector. Beiden gaan niet over één nacht ijs en er zijn veel partijen bij betrokken. Toch is Prins optimistisch over de vooruitzichten: “Zeker in het onderzoek naar veiligheid en giftigheid van medicijnen is de overgang naar dierproefvrije methoden in de komende jaren realistisch. Voor grensverleggend onderzoek dat draait om het verwerven van kennis en inzicht, is het veel lastiger en geldt een ander tijdspad. Het mag nooit vanzelfsprekend zijn om een dierproef te doen, maar het is vooralsnog wel een essentieel onderdeel voor delen van de noodzakelijke (bio)medische onderzoekspraktijk.”

Onderwijs

Prins hamert op het belang van onderwijs: “In de vorming van de aankomende arts, biomedisch wetenschapper, biofarmaceut en andere beroepen waar dieren voor onderzoek gebruikt worden, kunnen we niet vroeg genoeg aandacht besteden aan wat het doen van verantwoord wetenschappelijk onderzoek met en zonder dieren betekent. Ik wil studenten al in een vroeg stadium van hun opleiding ertoe aanzetten om na te denken over de consequenties van het gebruik van dieren voor onderzoek.”

Vervanging van dierproeven

Leidraad van de proefdierwetenschappen zijn de drie V’s. Deze staan voor Vervanging, Vermindering – zo min mogelijk dieren gebruiken voor een proef - en Verfijning – proeven uitvoeren met maximale bescherming van het welzijn van het dier. Prins legt uit: “De V van Vervanging is de belangrijkste V. Binnen het LUMC zijn veel voorbeelden te vinden van onderzoek die hebben geleid tot vervanging van dierproeven. Voor sommige onderzoeken hebben we zelfs prijzen gewonnen. Ik vind dan ook dat het onderzoeksklimaat hiervoor ruimte moet bieden, zodat Nederland ook echt koploper proefdiervrije innovaties zal zijn in 2025.”

Welzijn van de dieren

Zolang het doen van dierproeven nog noodzakelijk is voor de wetenschap, ziet Prins welzijnsonderzoek als een belangrijke poot van zijn leerstoel: “Hoe kunnen we zorgen voor de beste omstandigheden en voorzieningen voor de dieren, zodat het hen goed gaat én we met de dieren betrouwbare resultaten kunnen behalen?” Dat is het onderwerp van onderzoek dat hij de komende jaren wil uitbouwen.

Bron: LUMC