De nieuwe urgentiecategorie A0 staat voor directe inzet met grootst mogelijke spoed en is bedoeld voor situaties waarin elke seconde telt

De spoedeisende ambulancezorg was tientallen jaren ingedeeld in de urgentiecategorieën A1: directe inzet met spoed en A2: zo spoedig mogelijke inzet. Nu is daar de urgentiecategorie A0 bijgekomen, om beter onderscheid te maken tussen spoedeisende situaties en meer recht te doen aan de zorgbehoefte van patiënten. Ambulancezorgprofessionals en patiënten hebben deze verbeterde urgentie-indeling ambulancezorg (VUI) goed ontvangen. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel dat de implementatie van de VUI evalueerde vanuit het perspectief van ambulancezorgprofessionals en patiënten.

Urgentiecategorie A0 geeft direct duidelijkheid
De nieuwe urgentiecategorie A0 staat voor directe inzet met grootst mogelijke spoed en is bedoeld voor situaties waarin elke seconde telt, zoals verstikking of reanimatie. Volgens centralisten van de meldkamer ambulancezorg, ambulancezorgprofessionals van de rijdienst en medisch managers ambulancezorg (MMA’s) geeft de A0 urgentie meer duidelijkheid voor de meldkamer en de rijdienst, doordat nu direct zichtbaar is dat er een levensbedreigende situatie is. 

Volgens landelijke cijfers van het RIVM is de nieuwe A0 urgentie aan 3% van de groep A0-A1-spoedmeldingen in 2024 toegekend. De ambulance was bij een A0 urgentie gemiddeld één minuut en 39 seconden sneller ter plaatse dan bij een A1 urgentie, terwijl responstijden voor de A1 (en A2) urgenties op enkele seconden na gelijk bleven ten opzichte van het voorgaande jaar.

Ervaringen met de meldkamer ambulancezorg blijven positief
De ervaringen van melders en patiënten met de meldkamer van de ambulancezorg zijn positief tijdens de implementatie van de A0 urgentie. Zij geven de zorg van de meldkamer een 8,8, net als in de vorige driejaarlijkse Monitor patiëntervaringen ambulancezorg.  

Over het onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Ambulancezorg Nederland (AZN). Uitgenodigd via de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s) vulden 163 patiënten/melders en 667 ambulancezorgprofessionals een online vragenlijst in. In groepsgesprekken met ambulancezorgprofessionals en melders is duiding gegeven aan de resultaten van de vragenlijst. Routinematig geregistreerde gegevens van Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s) zijn gebruikt om het aantal spoedritten en responsetijden in kaart te brengen. 

Bron: Nivel