Weke delen tumoren zijn vaak agressief en moeilijk te behandelen. Bovendien zijn er weinig middelen beschikbaar wanneer de tumor is uitgezaaid.

Foto: RadboudUMC

Weke delen tumoren zijn vaak agressief en moeilijk te behandelen. Bovendien zijn er weinig middelen beschikbaar wanneer de tumor is uitgezaaid.

Een internationaal onderzoek laat nu zien dat de veelgebruikte combinatietherapie van doxorubicine en ifosfamide niet perse beter is dan een behandeling met alleen doxorubicine. De wetenschappers pleiten voor behandeling op maat. Het onderzoek verscheen 15 maart online in The Lancet Oncology.

Weke delen sarcomen zijn zeldzame, kwaadaardige tumoren die ontstaan uit spier-, vet-, zenuw-, bloedvat- of bindweefsel. Dit weefsel is overal in het lichaam te vinden, dus kunnen dergelijke tumoren ook overal ontstaan. Het zijn vaak agressieve tumoren, waarvan zeker vijftig procent uitzaait. De kans op genezing is dan erg klein. Minder dan vijf procent van de patiënten met een uitgezaaide vorm van wekedelen sarcoom is na vijf jaar nog in leven. Na uitzaaiingen is de gemiddelde overlevingstijd ongeveer een jaar. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 800 patiënten een weke delen sarcoom. Voor slechts een aantal sarcomen, zoals Gastro Intestinale Stromale Tumoren (GIST), zijn effectieve doelgerichte behandelingen beschikbaar. De meerderheid van de sarcomen is in eerste instantie alleen met chemotherapie te behandelen. Twee belangrijke middelen daarbij zijn doxorubicine en ifosfamide.

Geen verschil in overleving

Er was lang onduidelijkheid of alleen doxorubicine, of een combinatie van doxorubicine en ifosfamide het beste gebruikt kan worden bij de behandeling van uitgezaaide weke delen sarcomen. De sarcomengroep van de EORTC - the European Organisation for Research and Treatment of Cancer - onderzocht of de combinatietherapie voor langere overleving zorgt. 455 patiënten uit 38 ziekenhuizen in Europa en Canada namen deel aan de studie. De ene helft kreeg alleen doxorubicine en de andere helft de combinatietherapie. Na 56 maanden werd het percentage patiënten vergeleken dat een jaar na start van de behandeling nog leeft. De combinatietherapie leverde een iets hogere overleving op, maar het verschil was niet significant. Wel verdubbelde de kans dat de uitzaaiingen in volume afnamen en nam de progressievrije overleving (tijd dat de ziekte stabiel blijft vanaf de start van de behandeling) toe. Dit had wel een prijs; de combinatietherapie veroorzaakte aanzienlijk meer bijwerkingen.

Gesprek met patiënt beste oplossing

De onderzoeksresultaten laten zien dat combinatietherapie niet nodig is, tenzij het specifieke doel een verkleining van de tumor of uitzaaiingen is. De voorzitter van de Europese sarcoomwerkgroep en hoogleraar medische oncologie Winette van der Graaf: “Ons onderzoek laat zien dat we het beste met de patiënt in gesprek kunnen gaan om te kijken wat voor hem of haar de beste behandeloptie is.” Van der Graaf wijst op het belang van de EORTC voor dit soort onderzoek. “Alleen door een groot internationaal samenwerkingsverband kunnen we studies in zulke zeldzame tumortypes uitvoeren.”


Aanvullende informatie:

Plaatsingsdatum:
18 maart 2014 om 08:00

Auteur:
Radboudumc

Bron:
Radboudumc

Aanmelden e-mail nieuwsbrief

ZorgKrant.nl is een initiatief van de stichting Care Net Holland!