Obesitas is niet langer een individueel probleem, maar een maatschappelijk probleem
De groei van het aantal volwassenen en kinderen met obesitas lijkt niet te stoppen. ‘Er komt een tsunami aan obesitas op ons af en die komt ook in onze zorg terecht’, waarschuwt kinderarts-endocrinoloog prof. dr. Erica van den Akker. Zij pleit daarom voor preventie, vroegtijdige interventie en toegang tot medicatie voor kinderen.
Vrijdag 19 april wordt Van den Akker benoemd tot hoogleraar Kinderendocrinologie. ‘Dat is het vakgebied van hormonen, hormoon ziekten of hormoonbehandelingen’, legt zij uit. ‘Obesitas hoort daar ook bij, omdat dit een ziekte is waarbij de hormoonhuishouding van kinderen ontregeld wordt.’
Obesitas bij kinderen brengt verschillende gezondheidsproblemen met zich mee. Denk aan diabetes type 2, hoge bloeddruk, hartproblemen, leveraandoeningen, beroertes, bepaalde vormen van kanker, slaapapneu en gewrichtsklachten. Deze aandoeningen kunnen niet alleen de levenskwaliteit van een kind ernstig beïnvloeden, maar ook later in het leven tot ernstige complicaties leiden. Daarnaast heeft obesitas ook een grote psychologische impact, waaronder sociaal stigma, discriminatie, een laag zelfbeeld, depressie en angstgevoelens.
Kinderobesitas is een groeiend probleem. Uit de meest recente CBS-cijfers blijkt dat 12% van de Nederlandse kinderen te zwaar is en 4% obesitas heeft. In het Centrum Gezond Gewicht (CGG) van het Erasmus MC ziet Van den Akker het topje van de ijsberg. ‘Bij ons komen alleen de ernstig zieke kinderen, maar ook wij zien sinds de opening van de obesitaspolikliniek in 2014 een toename van 400 %. En de meeste kinderen met obesitas worden volwassenen met obesitas.’
Een kind groeit er niet vanzelf overheen, zoals ouders soms denken
Als een kind eenmaal obees is, dan raakt de hormoonhuishouding in de war. ‘Daardoor wordt het lichaam ziek en gaat het in de vetopslag stand staan. Daar is moeilijk weer vanaf te komen’, legt Van den Akker uit. ‘Alleen als je er heel vroeg bij bent, kun je de ziekte voorkomen.’
Volgens Van den Akker hebben kinderen een enorme veerkracht om het lichaam weer beter te maken. Hoe eerder er ingegrepen wordt, des te beter dus. ‘Als je weet dat het obesitas is, moet je vooral niet afwachten, maar meteen aan de bak. Ook als kinderen nog heel jong zijn, bijvoorbeeld twee jaar oud. Je begint dan met leefstijlinterventie. Dat is de basis waarmee met voeding, beweging en gedrag een gezonde leefstijl wordt aangenomen. Een kind groeit er niet vanzelf overheen, zoals ouders soms denken.’
Zorgongelijkheid
Toch zorgen de leefstijlinterventies niet bij alle jonge obesitaspatiënten voor verbetering. Sinds 2020 zijn er anti-obesitas medicijnen op de markt voor kinderen van 12 jaar en ouder. Deze medicijnen helpen de hormoonhuishouding te normaliseren. ‘Een probleem is dat ze niet vergoed worden. Sommige kinderen zie je dus achteruitgaan, maar die kun je niet helpen, omdat de medicatie te duur is. Dit moet veranderen, want het zorgt voor zorgongelijkheid. Iets waar ik als arts moeite mee heb.’
Vroeger dachten we calorie in, calorie uit. Als je te zwaar bent, hebt je te veel gegeten en te weinig bewogen. Dat is nu veranderd.
De kennis van de ziekte is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Obesitas is niet alleen een kwestie van te veel eten en te weinig bewegen, weten de artsen nu. De oorzaak is veel omvangrijker. ‘Factoren als bewerking van voedsel, geraffineerde suikers, voedseladditieven, medicijnen, stoffen in het milieu, het microbioom en epigenetica kunnen een rol spelen in de verstoring van de hormoonsystemen’, aldus Van den Akker. ‘Wij doen veel onderzoek naar hormoonverstoringen, de genetische aanleg en nieuwe behandelingen.’
Obesitas is ook niet langer een individueel probleem, maar een maatschappelijk probleem. ‘Er zijn zoveel elementen. Ouders, school, supermarkten, ongezonde voeding en producten. Alles moet aangepakt worden. Hier ligt ook een belangrijke taak van de overheid. Die moet zorgen voor maatregelen die de leefomgeving gezonder maken. Zolang ongezonde producten vele malen goedkoper zijn dan goede voeding, blijven de verleidingen overal aanwezig. Die aanpak vraagt lef.’
En er is urgentie. Nu zijn er al 100.000 kinderen met obesitas in Nederland. De voorspelling van de World Obesity Federation is dat over ruim tien jaar de helft van de wereldbevolking te zwaar is. Met alle gevolgen voor de gezondheid van dien. ‘Dat kan de zorg niet aan, dus er moet iets veranderen. We moeten inzetten op het voorkomen van obesitas en de daarbij behorende ziektes. En op e-health en thuishulp. Maar preventie moet de grote klap geven.’
Bron: Erasmus MC