Maar dat doen ze niet. In plaats daarvan vechten ze elkaar de tent uit en dreigen met rechtszaken als iemand met een creatief plan komt en daarvoor overheidsgeld vraagt.

Dat zegt directeur Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie. Ze reageert op uitlatingen van werkgeversorganisatie BTN. Die dreigt naar de rechter te stappen als Buurtzorg activiteiten van het failliete TSN overneemt, en daarvoor vijf miljoen subsidie wil uit een potje voor zorginnovatie. BTN zegt dat dit verboden staatssteun is.

Regel het, laat mensen niet in onzekerheid
Dianda Veldman begrijpt niets van alle geruzie. “Laat ze nu eens over hun eigen schaduw heen stappen en samen kijken hoe de zorg voor de veertigduizend cliënten van TSN goed kan worden geregeld. Het gaat hier om kwetsbare mensen, die langer zelfstandig thuis blijven wonen. Maar die daarbij wat ondersteuning nodig hebben. Dat moet de eerste prioriteit zijn van iedereen in die sector. Hoe houden we goede zorg op peil. Ik zeg: regel het, laat die mensen niet langer in onzekerheid.”

Buurtzorg wil de activiteiten van TSN overnemen en is daarover in gesprek met een groot aantal gemeenten. Als alle gemeenten meedoen denkt Buurtzorg dat het vierduizend van de achtduizend werknemers van TSN kan overnemen. Het is nog onduidelijk hoeveel van de veertigduizend klanten van TSN in dat geval hun zorg houden.

Buurtzorg wil zaken doen met gemeenten die minstens 21 euro per uur willen betalen voor de thuiszorg. Brancheorganisatie BTN zegt dat dit een te laag tarief is om de zorg te kunnen bieden. Er zou minstens 23,45 euro per uur moeten worden betaald.

Niet zeuren maar zorg bieden
Directeur Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie mengt zich niet in dat debat. “Het gaat er ons om dat mensen die zorg nodig hebben die zorg ook krijgen. En daar zou het de werkgevers ook om moeten gaan. Ik roep de sector op dat te regelen. En als iemand met een creatief idee de kosten in de hand weet te houden zou ik zeggen tegen de rest: doe er je voordeel mee in plaats van dat je gaat zeuren over oneerlijke staatssteun.”