In 2022 werd ongeveer 1 op de 10 jongeren slachtoffer van fysiek geweld in huiselijke kring
In 2022 zei 18 procent van de jongeren tussen 16 en 25 jaar dat ze in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer waren van huiselijk geweld. Dat zijn ruim 350 duizend jongeren. Het gaat niet alleen om fysiek geweld, maar ook om andere vormen van geweld zoals dwingende controle door gezinsleden en stalking door een ex-partner. De meeste slachtoffers praten met iemand over wat hen overkomen is, maar doen dit nauwelijks bij instanties zoals de politie of Veilig Thuis. Dit meldt het CBS.
De cijfers zijn afkomstig uit de Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag 2022, een enquête-onderzoek van het CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Ruim 24 duizend inwoners van Nederland van 16 jaar of ouder namen deel aan het onderzoek, waarvan 2 duizend jongeren tussen 16 en 25 jaar.
Minderjarige jongeren het vaakst slachtoffer van huiselijk geweld
Minderjarige jongeren (16 tot 18 jaar) waren vaker slachtoffer van huiselijk geweld dan meerderjarige jongeren: 25 tegen 15 procent. Jonge vrouwen hadden er vaker mee te maken dan jonge mannen (22 tegen 14 procent). Vooral minderjarige vrouwen werden met 29 procent vaak slachtoffer.
1 op de 10 slachtoffer van fysiek geweld
In 2022 werd ongeveer 1 op de 10 jongeren slachtoffer van fysiek geweld in huiselijke kring. De meeste slachtoffers hadden te maken met voorvallen als geslagen worden (45 procent), of de arm verdraaid, geduwd of aan de haren getrokken worden (eveneens 45 procent). Zeer ernstige vormen van fysiek geweld zoals poging tot verstikking of wurging, het expres veroorzaken van brandwonden, en verwonden met een wapen werden door respectievelijk 4, 1 en 1 procent van de jonge slachtoffers genoemd.
Ook 1 op de 10 slachtoffer van dwingende controle
Een andere vorm van huiselijk geweld is dwingende controle. Hierbij wordt het slachtoffer, bij herhaling, door een of meer personen uit de huiselijke kring gedomineerd of gecontroleerd. Bijvoorbeeld door kleineren, intimideren of voortdurend bijhouden waar iemand is. In 2022 had 1 op de 10 jongeren hiermee te maken. Stalking door een ex-partner is ook een vorm van huiselijk geweld. Dit overkwam 5 procent van de jongeren met een ex-partner.
1 op de 8 slachtoffers van fysiek geweld ondervindt dit structureel
Van de jongeren die slachtoffer waren van fysiek geweld in huiselijke kring ondervond 13 procent dit structureel, dat wil zeggen ten minste 1 keer per maand. Bij dwingende controle in huiselijke kring en stalking door de ex-partner gaat het per definitie om herhalende voorvallen.
Veel jonge slachtoffers van huiselijk geweld hebben dit als kind ook al ervaren. Ongeveer 4 op de 10 jonge slachtoffers van fysiek geweld in huiselijke kring gaf aan dat ze hier voor hun twaalfde ook al slachtoffer van waren. Van de jonge slachtoffers van dwingende controle gaf ongeveer 3 op de 10 aan dit ook in de kindertijd meegemaakt te hebben.
Pleger van fysiek geweld meestal broer of zus
Bij zowel fysiek geweld als dwingende controle in huiselijke kring was de pleger vaak een gezinslid. Bij fysiek geweld ging het vooral om een broer of zus, terwijl dat bij dwingende controle vooral de ouders waren.
Ruim 4 op de 10 slachtoffers dwingende controle ervaren psychische problemen
Ruim een kwart van de jonge slachtoffers van fysiek geweld in huiselijke kring gaf in 2022 aan psychische problemen te hebben ervaren als gevolg van wat hen overkomen is. Nog groter was de impact op de jonge slachtoffers van dwingende controle: ruim 40 procent van hen zei psychische problemen te hebben gehad door het voorval. Beide vormen van huiselijk geweld leidden ook relatief vaak tot problemen met (een deel van) de familie of tot relatieproblemen. Ongeveer 5 procent zei lichamelijke of seksuele problemen te hebben gehad.
Twee derde van de slachtoffers praat erover
De meeste jonge slachtoffers van fysiek geweld en dwingende controle gaven aan met iemand hierover gepraat te hebben, vooral met andere gezins- of familieleden of met vrienden/vriendinnen. Bij beide vormen van huiselijk geweld praatte iets minder dan 20 procent erover met hun partner. Hulpverleners, zoals een huisarts of psycholoog, werden relatief vaak opgezocht, bij dwingende controle iets vaker dan bij fysiek geweld (21 tegen 14 procent van de slachtoffers). Jongeren vonden minder vaak hun weg naar medewerkers van Veilig Thuis of de politie: hiermee praatte rond de 1 procent van de slachtoffers.
Bron: CBS