De vrijwillige informatie die zorgverleners en farmaceutische bedrijven leveren aan het Transparantieregister Zorg kunnen nog beter
Zowel farmaceutische bedrijven als de beroepsbeoefenaren waar zij mee samenwerken moeten meer aandacht besteden aan het goed documenteren van de betalingen. Dat ziet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ i.o.) na een steekproef uit het Transparantieregister Zorg. In dat register nemen farmaceutische bedrijven en beroepsbeoefenaren in de zorg documentatie op over hun samenwerking en de vergoeding daarvoor.
De inspectie onderzocht de betalingen aan vijf zorgprofessionals in 2015. Deze vijf ontvingen in 2015 het meeste geld van farmaceutische bedrijven. Het ging om 75 betalingen door tien verschillende bedrijven. De inspectie heeft aangekondigd bij één farmaceutisch bedrijf te gaan handhaven. Dat bedrijf betaalde twee beroepsbeoefenaren en voldeed daarbij niet aan de regels.
Wat is het Transparantieregister Zorg?
Zorgverleners en farmaceutische bedrijven leveren vrijwillig informatie aan bij het Transparantieregister Zorg. Patiënten kunnen in het register zien of hun arts geld heeft ontvangen van een farmaceutische bedrijf. Relaties tussen zorgverleners en farmaceutische bedrijven zijn toegestaan. De arts en het bedrijf moeten wel voldoen aan de regels voor gunstbetoon, aangezien het risico op ongewenste beïnvloeding aanwezig is. Die regels staan in de Geneesmiddelenwet en de Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet.
De farmaceutische bedrijven moesten in totaal zestien betalingen corrigeren. Ze hadden die niet goed gedocumenteerd in het Transparantieregister Zorg. Ook was drie keer de betaling te hoog. De te hoge betalingen hebben de farmaceutische bedrijven teruggevorderd bij de betrokken beroepsbeoefenaren. Naast wat er goed gaat, vindt de inspectie dat de documentatie van de betalingen nog beter kan. Hoofdinspecteur Josée Hansen: 'Het Transparantieregister is een vorm van zelfregulering. Farmaceutische bedrijven moeten alert zijn op juiste documentatie. Alleen dan heeft de patiënt een betrouwbaar inzicht en kan door de inspectie goed worden gecontroleerd of de betreffende regels worden overtreden.'