COPD is één van de meest voorkomende ziektes in Nederland
Kinderlongarts Gerard Koppelman van het UMCG ontvangt een subsidie van €750.000,- van Longfonds. Hij gaat hiermee onderzoek doen naar de rol die erfelijkheid en de leefomgeving hebben op een te lage maximale longfunctie op jongvolwassen leeftijd. Het doel van de studie is om te kunnen vaststellen welke mensen een hoger risico lopen om later COPD te ontwikkelen, na te gaan hoe optimale longgroei te bevorderen is en mogelijk ook voorkomen dat mensen COPD krijgen. De studie gaat 5 jaar duren.
COPD is één van de meest voorkomende ziektes in Nederland. COPD wordt vaak op oudere leeftijd vastgesteld. Daarom dacht men dat COPD veroorzaakt werd door een te snelle daling van longfunctie bij volwassenen. Echter, bij ongeveer de helft van alle patiënten is COPD het gevolg van een te lage maximale longfunctie (het longfunctieplateau) op jongvolwassen leeftijd.
Maximale longfunctie
In dit onderzoek wil Koppelman de maximale longfunctie van jongvolwassenen bepalen en een verband zoeken met omgevingsfactoren, leefgewoonten, erfelijke factoren en veranderingen in het DNA van neusslijmvliescellen (zogenaamde epi-genetische veranderingen). Via deze risicofactoren wil Koppelman vaststellen welke mensen een te lage maximale longfunctie krijgen om daarmee het risico op COPD vroeg vast te stellen, aanknopingspunten te vinden voor het bevorderen van optimale longgroei en de ziekte mogelijk te voorkomen.
Groep jongvolwassenen al sinds geboorte gevolgd
Koppelman voert het onderzoek uit binnen het PIAMA-geboortecohort. Dit is een unieke onderzoeksgroep van bijna 4000 jongvolwassenen uit de Nederlandse bevolking, die al sinds hun geboorte worden gevolgd door het Universitair Medisch Centrum Groningen, Universiteit Utrecht en het RIVM. Ze zijn nu 22-23 jaar oud. Koppelman: ‘Er zijn wereldwijd maar een paar medische onderzoeken die kinderen hebben gevolgd van voor de geboorte tot ze volwassen zijn. De PIAMA-studie leverde al een schat aan informatie op. Met de gegevens uit dat onderzoek ga ik nu verder. Ik wil weten hoe de longen groeien en waarom dat bij sommige kinderen minder goed gaat. Misschien vinden we stofjes waardoor we longen juist beter kunnen laten groeien of waarmee we kunnen voorspellen welke kinderen een slechtere longfunctie krijgen.’
Factoren schadelijk voor ontwikkeling longfunctie
In deze studie wordt van zo’n 3000 PIAMA-deelnemers de longinhoud gemeten en bloed en dna afgenomen. Ook krijgen zij een vragenlijst. Van hen zijn vanaf de geboorte via vragenlijsten en medisch onderzoek al veel gegevens verzameld over gezondheid en ziekte, leefstijl, longfunctie, allergieën, astma, en erfelijkheidsfactoren, en is regelmatig bloed afgenomen. Ook is bekend in welke mate ze aan bijvoorbeeld luchtverontreiniging en allergische prikkels zijn blootgesteld. Via een nieuwe methode wordt gekeken of in het bloed sporen zijn te vinden van luchtverontreiniging, schoonmaakmiddelen of andere giftige stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de longfunctie. Ook wil Koppelman nagaan of infectie met het Coronavirus de longfunctie negatief beïnvloedt.
Meer over dit onderzoek is te zien en lezen op bijgaande link van Longfonds: https://www.longfonds.nl/meer-lucht-voor-later