De afname van de uitval van eerstejaarsstudenten was het grootst in het mbo
De uitval onder eerstejaarsstudenten op het gebied van zorg en welzijn is voor mbo-, hbo- en universitaire opleidingen de afgelopen tien jaar gedaald. In studiejaar 2020/’21 bedroeg de totale studieuitval in zorg en welzijn 21 procent. In studiejaar 2010/’11 was dat nog 28 procent. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS uit het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn over opleidingen binnen de sector zorg en welzijn (inclusief kinderopvang).
De afname van de uitval van eerstejaarsstudenten was het grootst in het mbo. In studiejaar 2010/’11 viel 27 procent van de eerstejaars uit, in 2020/’21 was dat 18 procent. Ook in het hbo nam de uitval af. In studiejaar 2010/’11 viel 31 procent van de eerstejaars uit, in 2020/’21 26 procent. Bij de opleidingen aan de universiteit was de afname van studieuitval het laagst. In studiejaar 2010/’11 viel 22 procent van de eerstejaars uit, in 2020/’21 was dat 21 procent. In 2020/’21 was de studieuitval juist weer iets toegenomen ten opzichte van 2019/’20. Toen was de uitval 19 procent.
Studieuitval hoogst bij hbo-opleidingen
In studiejaar 2020/’21 viel 26 procent van de eerstejaarsstudenten van hbo-opleidingen uit. Van alle hbo-opleidingen op het gebied van zorg en welzijn was de studieuitval in 2020/’21 het hoogst bij de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) (69 procent), Oefentherapie Cesar (57 procent) en Toegepaste Gerontologie (48 procent). Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Toegepaste Gerontologie trokken in 2020/’21 minder dan 30 studenten. De lage instroom bij Sociaal Pedagogische Hulpverlening komt doordat deze opleiding is opgegaan in de nieuwe opleiding Social Work. Social Work is een samenvoeging van een aantal opleidingen: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Culturele en Maatschappelijk Vorming.
Geringe studieuitval bij mbo-opleidingen
De studieuitval was het laagst bij mbo-opleidingen op het gebied van zorg en welzijn (18 procent). Mbo-opleidingen met de hoogste uitval van eerstejaars zijn de nieuwe opleidingen Maatschappelijk verzorgende-IG plus (38 procent) en Vitaliteitsbegeleider (32 procent), en de opleiding Tandtechniek (28 procent). Dit zijn allemaal relatief kleine mbo-opleidingen. Bij de grote mbo-opleidingen (meer dan 10 duizend studenten per jaar) was de studieuitval tijdens het eerste jaar gelijk aan het gemiddelde van alle mbo-opleidingen zorg en welzijn, namelijk 18 procent.
Lage studieuitval bij opleidingen met numerus fixus
Bij de opleidingen aan de universiteit op het gebied van zorg en welzijn was de studieuitval laag bij studies met een numerus fixus (studies met een maximum aantal beschikbare plaatsen). In 2020/’21 was dit voor Geneeskunde (8 procent uitval) en Tandheelkunde (3 procent) het geval. Ook European Public Health kent met 5 procent weinig studieuitval in het eerste jaar.
Bij de universitaire opleidingen Gezondheidswetenschappen (uitval 40 procent), Pedagogische Wetenschappen (37 procent) en Gezondheid en Leven (35 procent) was de studieuitval in 2020/’21 het hoogst. Een deel van de uitgevallen studenten heeft de opleiding verlaten met een propedeusediploma om een andere opleiding te gaan doen. Ook kan het zijn dat studenten ingeschreven waren omdat zij een schakelprogramma volgden om met een bachelordiploma door te stromen naar een universitaire masteropleiding. Schakelstudenten worden ingeschreven in de bacheloropleiding, maar ronden deze nooit af.