Het is bij veel medicijnen de vraag wat de effecten zijn op de ongeboren baby
Zwangere vrouwen hebben soms medicijnen nodig: bijvoorbeeld paracetamol om de pijn te stillen, of juist een medicijn tegen een ernstige ziekte, zoals kanker. ‘We weten nog niet van elk medicijn of het werkt tijdens de zwangerschap en of het veilig is voor moeder én kind’, zegt Paola Mian. Zij is wetenschapper en ziekenhuisapotheker in het UMCG en doet onderzoek in het placentalaboratorium.
Mian begon met onderzoek naar hoeveel paracetamol zwangere vrouwen nodig hebben om hun pijn te stillen, zoals hoofdpijn of rugpijn. De normale hoeveelheid van 4 gram paracetamol verdeeld over de dag was namelijk wel veilig voor de baby, maar stilde de pijn bij zwangere vrouwen niet goed. ‘Na mijn promotieonderzoek kon ik zeggen dat vrouwen ongeveer een derde keer zoveel paracetamol nodig hebben om hun pijn goed te stillen, maar is die hogere dosering ook veilig voor de baby?’
Onderzoek naar verschillende medicijnen
Het is bij veel medicijnen de vraag wat de effecten zijn op de ongeboren baby. Mian wil zich dan ook niet beperken tot paracetamol: ze wil van allerlei medicijnen de beste doseringen vinden. Zo heeft ze net geld ontvangen voor onderzoek naar twee medicijnen: trastuzumab, wat werkt tegen bepaalde vormen van borstkanker, en een combinatie van medicijnen tegen taaislijmziekte. Die combinatie bestaat uit ivacaftor, tezacaftor en elexacaftor.
Weing kennis over medicijnen tijdens de zwangerschap
‘We weten weinig over hoe medicijnen werken tijdens de zwangerschap, omdat wetenschappers ongeboren baby's niet willen blootstellen aan medicijnen.’ Dat is logisch, maar ook zwangere vrouwen worden ziek en hebben soms medicijnen nodig. Daarover vragen artsen veel advies aan Mian. ‘Artsen willen een zwangere vrouw met een ernstige ziekte goed behandelen, maar ze willen een ongeboren kind geen gevaarlijk medicijn geven. Ik probeer dan een advies te geven: daar helpt mijn onderzoek aan mee.’
Mogelijke gevolgen voor de ongeboren baby
Door haar onderzoek leert Mian veel over hoe een medicijn zich beweegt in het lichaam van een zwangere patiënt. Daar speelt de placenta een grote rol in: de bloedbaan van de moeder staat hier in contact met die van de baby, waardoor er voedingsstoffen, en in sommige gevallen ook medicijnen, naar de baby kunnen. Mian onderzoekt een aantal dingen: hoeveel medicijn bij een ongeboren kind terechtkomt via de placenta. Of er door een medicijn aangeboren afwijkingen bij het kind kunnen ontstaan en of het kind achter zal lopen in zijn of haar ontwikkeling. ‘Als we deze punten eerder in kaart brengen met placentaonderzoek, dan weten we hoe we de dosering van een medicijn aan moeten passen voor de zwangere patiënt.’
Onderzoek met placenta’s
Het onderzoek voert Mian uit in het placentalaboratorium. Ze krijgt toestemming van zwangere vrouwen om de placenta na de bevalling voor dit onderzoek te gebruiken. ‘We weten wanneer een keizersnede gepland staat in het UMCG. Als een zwangere een keizersnede krijgt, staat de onderzoeker soms letterlijk te wachten op de gang. Als de zwangere bevallen is en de baby in de armen krijgt, krijgt de onderzoeker de placenta. Als de onderzoeker de placenta heeft, rent hij als het ware naar het lab, waar we experimenten doen. We spoelen eerst de placenta schoon, om bloedstolsels en -cellen weg te halen. Daarna spoelen we het medicijn over de placenta.’
Voorspellingen met een computermodel
De experimenten die Mian doet leveren cijfers op, die ze in een computermodel kan invullen. Dat model voorspelt vervolgens hoe het medicijn door de placenta beweegt. ‘We kunnen door het computermodel zien hoeveel medicijn bij het ongeboren kind terechtkomt vanuit de moeder.’ Mian kan daarmee voorspellen welke invloed een medicijn heeft op ongeboren baby’s.
Richtlijnen over medicijnen tijdens zwangerschap
Met haar onderzoek wil Mian nieuwe richtlijnen maken over doseringen voor medicijnen tijdens de zwangerschap. Hiermee hoopt ze dat apothekers de beste adviezen kunnen geven over medicijnen, zodat moeder én kind de meest effectieve en veilige behandeling krijgen. ‘Ik zie het echt als iets belangrijks om kinderen en zwangere vrouwen te helpen. Het doet me iets dat deze patiënten mogelijk niet de juiste behandeling krijgen.’ Ze voegt toe: ‘Als de baby nog in de baarmoeder zit en nog tachtig jaar voor zich heeft, dan kan je met de juiste adviezen veel impact maken en veel voor het leven van het kind betekenen.’
Subsidie voor onderzoek naar medicijnen tijdens zwangerschap
Mian heeft een NWO-subsidie gekregen van 50.000 euro voor haar onderzoek naar medicijnen tijdens de zwangerschap. Daarnaast heeft ze subsidie gekregen van de Gratama Stichting: zij gaven 25.000 euro voor onderzoek naar trastuzumab. Ook gaf het Dr. C.J. Vaillant Fonds een bijdrage van 15.000 euro voor onderzoek naar het combinatiemedicijn tegen taaislijmziekte ivacaftor, tezacaftor en elexacaftor.
Bron: UMCG