De boosdoeners bij artrose zijn een bepaald type kraakbeencellen die op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats actief zijn
Artrose ontstaat niet door slijtage, dat vormt een hardnekkig misverstand. Maar wat is dan de oorzaak van deze aandoening waar 1,2 miljoen Nederlanders mee kampen? Peter van der Kraan van het Radboudumc zoekt het antwoord in de evolutie. Hij verdenkt ontspoorde kraakbeencellen die op jonge leeftijd heel nuttig zijn, maar zich later tegen ons keren.
Alle dieren met botten kunnen artrose krijgen, een pijnlijke aandoening van de gewrichten. Bij zebravissen zit het in de kaak, en Burgers’ Zoo liet in februari een 59-jarige olifant inslapen mede vanwege artrose in haar voorpoot. Maar ook vogels, honden, schildpadden en muizen krijgen last van pijnlijke gewrichten. Wat daarbij opvalt is dat artrose altijd ontstaat op een leeftijd rond twee derde van de totale levensverwachting: bij een mens rond de 55 jaar, bij een muis al na 13 maanden.
Dat een muis dus al 54 jaar eerder dan een mens artrose ontwikkelt, toont aan dat artrose niet ontstaat door mechanische slijtage. Een idee dat overigens nog steeds wel hardnekkig rondwaart in Nederland. Maar wat veroorzaakt dan wel artrose? Peter van der Kraan, hoogleraar Experimentele Reumatologie van het Radboudumc, denkt dat het een ouderdomsziekte is die afhangt van de biologische leeftijd, en zoekt de oorzaak in de evolutie.
Sterke kaken
'Ongeveer 425 miljoen jaar geleden zwommen er vissen in de oceaan die alleen kraakbeen hadden', vertelt Van der Kraan. 'Totdat een bepaald type kraakbeencel bot ging afzetten. Dat gaf die dieren een enorm evolutionair voordeel: ze ontwikkelden kaken van bot, die veel sterker waren en zeer geschikt om allerlei planten en dieren op te peuzelen.' Botvorming hielp daarom bij de overleving en voortplanting op jonge leeftijd, en dat stuurde de hele evolutie. Want uit deze vissen ontstonden beenvissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren, waaronder mensen.
In het zicht van de evolutie vormde bot dus een groot voordeel, maar volgens Van der Kraan keert juist die botvorming zich later in het leven tegen ons en veroorzaakt dan artrose. En omdat we ons dan niet meer voortplanten, sorteert dit late nadeel van botvorming geen effect meer op de evolutie. Van der Kraan: 'Evolutionair gezien wegen de voordelen van bot op jonge leeftijd zwaarder dan de nadelen op latere leeftijd.'
Ontspoorde kraakbeencellen
De boosdoeners bij artrose zijn een bepaald type kraakbeencellen die op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats actief zijn. Deze cellen vormen nieuwe bloedvaatjes, breken kraakbeen af en vervangen dat door bot. Op jonge leeftijd, als onze botten nog moeten groeien, is dat nuttig, maar later in het leven gaan deze kraakbeencellen ontsporen en veroorzaken ze precies de problemen bij artrose: kraakbeen dat verdwijnt en bloedvaatjes en bot die op de verkeerde plek groeien.
De eerste jaren merken mensen niet veel van deze ontspoorde kraakbeencellen, maar in een later stadium krijgen ze pijn. Dat komt door veranderingen in het bot en verlies van kraakbeen, maar ook doordat de gewrichten gaan ontsteken. Daar hebben inmiddels 1,2 miljoen Nederlanders last van, en de verwachting is dat dit zal stijgen naar meer dan 3 miljoen in 2050, mede door vergrijzing.
Bewegen als medicijn
Als artrose een evolutionaire erfenis is, kunnen we er dan niks aan doen? 'Zeker wel', zegt Van der Kraan. 'Leefstijl heeft een grote invloed. Mensen die gezond eten hebben minder kans op artrose, terwijl overgewicht die kans juist vergroot. Maar het belangrijkste is bewegen, zowel voordat je de aandoening krijgt als wanneer je het al hebt. Vroeger dachten we dat de gewrichten slijten door gebruik en zo artrose veroorzaken, maar inmiddels weten we dat dit niet klopt. Bewegen helpt juist tegen artrose.'
Dat bewegen helpt komt vooral door een stofje dat opgeslagen ligt in ons kraakbeen: TGF-β. Dit is een signaalstof die ontsteking remt en de kraakbeencellen die artrose veroorzaken in toom houdt. Maar daar zit de crux: alleen bij belasting van het kraakbeen wordt deze stof geactiveerd. En die belasting ontstaat juist door sport en beweging. Op de bank blijven zitten is daarom niet goed.
Achterhaalde theorie
Toch is bewegen soms lastig bij artrose, vanwege de pijn. 'Pijnstillers vormen daarom een belangrijke pijler bij de behandeling', legt Van der Kraan uit. 'Verder zetten we tegenwoordig veel in op leefstijl: afvallen als dat nodig is en in beweging blijven. In ernstige gevallen kunnen artsen een gewricht vervangen.'
Een medicijn tegen artrose bestaat nog niet. Wel is uit grote studies met colchicine en een IL-1-remmer bij andere aandoeningen gebleken dat mensen door deze medicijnen mogelijk minder artrose krijgen. Daar wordt nu verder onderzoek naar gedaan. 'Dat we nu veel meer weten over de werkelijke oorzaak van artrose, stelt ons in staat om voorbij de achterhaalde theorie van slijtage te kijken', aldus Van der Kraan. 'Daardoor kunnen we nu gerichte strategieën ontwikkelen voor preventie, behandeling en verbetering van de levenskwaliteit van patiënten.'
Deze theorie over de oorzaak van artrose is gepubliceerd in Osteoarthritis and Cartilage Open: Osteoarthritis as an evolutionary legacy: Biological ageing and chondrocyte hypertrophy.
Bron: Radboudumc