Alles is er op gericht verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen
Nederlandse ziekenhuizen treffen verdere maatregelen tegen het coronavirus. Alles is er op gericht verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Waar een uitbraak van het coronavirus tot problemen leidt, stemmen ziekenhuizen af om zorg van elkaar over te nemen. Samen met het ministerie en leveranciers wordt verder verkend waar er tekorten aan medische hulpmiddelen dreigen en hoe die zo goed mogelijk kunnen worden voorkomen.
Eerder testen
Voor ziekenhuizen zijn de mogelijkheden om te testen op het coronavirus verruimd. Het RIVM hanteert hiervoor een zgn. casusdefinitie waarin aanwijzingen zijn opgenomen wanneer getest moet worden op het virus. Ziekenhuizen kunnen daarin van het RIVM een stap verder gaan. Als een arts het nodig acht om te testen, ter bescherming van patiënten en personeel, kan en mag getest worden. Met dit advies van de RIVM moet voorkomen worden dat het virus zich via de ziekenhuizen verder verspreidt.
Afstemming tussen ziekenhuizen
Bij de uitbraken in het Beatrix Ziekenhuis en Maasstad Ziekenhuis is er bij het sluiten van onderdelen van het ziekenhuis steeds goede afstemming met de overige ziekenhuizen en zorgverleners in de regio geweest. Ziekenhuizen die met een uitbraak te maken krijgen, zullen over (tijdelijke) sluitingen steeds goed met andere ziekenhuizen afstemmen, juist om de continuïteit van zorg in de regio te borgen.
Medische hulpmiddelen
Naast tekorten aan mondkapjes en beschermingsmateriaal, dreigt er ook een tekort aan andere medische hulpmiddelen. Het gaat dan specifiek om de beschikbaarheid van o.a. verbandmateriaal en andere hulpmiddelen die in China geproduceerd worden, en essentieel zijn voor het verlenen van reguliere zorg. VWS heeft de Directeur Publieke Gezondheid van de GGD gevraagd om in samenwerking met het Regionale Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) de mogelijke tekorten in kaart te brengen en oplossingen te coördineren. Daarnaast heeft VWS leveranciers en zorgaanbieders uitgenodigd om te bespreken welke verdere regie hierop nodig is.