Kanker wordt veroorzaakt door DNA-fouten die zich gedurende het leven in onze cellen ophopen

Eenmalig doormeten van het volledige tumor-DNA is vrijwel altijd voldoende om alle DNA-fouten te vinden die belangrijk zijn voor een behandeling. Juist de DNA-fouten die relevant zijn voor het kiezen van een medicijn blijven namelijk opvallend stabiel in de tijd, ondanks behandeling met medicijnen. Dit ontdekten Nederlandse onderzoekers onder leiding van het Antoni van Leeuwenhoek. Het onderzoek, waaraan ook Henk Verheul van het Radboudumc heeft meegewerkt, is gepubliceerd in Nature Medicine.

Kanker wordt veroorzaakt door DNA-fouten die zich gedurende het leven in onze cellen ophopen. De afgelopen jaren zijn er steeds meer medicijnen ontwikkeld die specifiek aangrijpen op de gevolgen van deze DNA-afwijkingen in de cel. Veel van deze behandeldoelwitten zijn echter heel zeldzaam, en worden daardoor nooit gevonden omdat het niet altijd voor de hand ligt er gericht naar te zoeken. Een oplossing hiervoor is het doormeten van het volledige tumor-DNA, zodat alle fouten in één keer zichtbaar worden. Dit heet Whole Genome Sequencing (WGS), een diagnostische techniek die in de standaardzorg voor een aantal indicaties al wordt ingezet bij uitgezaaide kanker. Er bestaat echter onduidelijkheid over de vraag hoe lang zo’n WGS-test ‘geldig’ is, en daarmee hoe vaak deze procedure herhaald dient te worden. Het is namelijk bekend dat tumoren hun DNA continu blijven veranderen om zich aan te passen aan gegeven behandelingen.

Onderzoekers, onder leiding van het Antoni van Leeuwenhoek, hebben nu ontdekt dat juist die afwijkingen die van belang zijn voor het kiezen van een behandeling, heel stabiel zijn, hoewel de rest van het tumor-DNA wel snel verandert. Dit zagen ze door het volledige DNA van tumoren van 231 patiënten in kaart te brengen op verschillende tijdstippen tijdens behandeling. Joris van de Haar, arts-onderzoeker in het Antoni van Leeuwenhoek: ‘DNA-fouten waarvoor geregistreerde medicijnen beschikbaar zijn bleven in 99% van de patiënten onveranderd gedurende de behandeling. Voor DNA-afwijkingen waarvoor experimentele studiebehandelingen beschikbaar zijn was dit bij 91% het geval.’ Voor een arts zal het dus in vrijwel alle gevallen voldoende zijn om slechts één keer het hele tumor-DNA te laten doormeten om alle behandelopties in beeld te krijgen. Het is bovendien zinvol om het tumor-DNA zo vroeg mogelijk in kaart te brengen, bijvoorbeeld al bij het vaststellen van uitgezaaide kanker, zodat samen met een patiënt alle mogelijke opties meteen besproken kunnen worden. Op die manier worden geen kansen gemist.

Onderzoeksleider Emile Voest, internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek: ‘Ook met het oog op de kosten van een WGS-test is het belangrijk om te weten dat één test vrijwel altijd voldoende zal zijn.’ Een WGS-test wordt nu nog alleen voor speciale indicaties vergoed vanuit de basiszorgverzekering, met name voor patiënten met uitgezaaide kanker bij wie de primaire tumor niet gevonden kan worden. De onderzoekers pleiten er op basis van dit nieuwe onderzoek voor om deze test beschikbaar te stellen voor alle patiënten met uitgezaaide kanker.