Als er een beroep op het Calamiteitenhospitaal wordt gedaan is de urgentie hoog. Bij "grote" calamiteiten is het ‘noodziekenhuis’ binnen dertig minuten ‘klaarwakker’ en heeft het 200 bedden ‘paraat’.

Oorlog, crises, rampen en grote ongevallen; als er een beroep op het Calamiteitenhospitaal wordt gedaan is de urgentie hoog. Het ‘Calamiteitenhospitaal’, een nauwe samenwerking tussen het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), het Centraal Militair Hospitaal (CMH) van Defensie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is een zogenaamd ‘slapend ziekenhuis’.

Doorgaans liggen er geen patiënten, maar als er een grote ramp plaatsvindt, bijvoorbeeld een busongeluk, een ingestort gebouw, een vergiftiging, de uitbraak van een gevaarlijke bacterie of een terroristische aanslag met veel slachtoffers, dan is het ‘noodziekenhuis’ binnen dertig minuten ‘klaarwakker’ en heeft het 200 bedden ‘paraat’.
 
Om, bij grote rampen,  de samenwerking tussen het UMCU en CMH, zo optimaal mogelijk te laten verlopen is oefenen essentieel. Zo ook dit jaar. Rampenoefening ‘Danger Close’ vroeg het uiterste van dienstdoend personeel. De gasexplosie die de ingewanden van het CMH openreet gebeurde slechts op papier en de 155 gewonden die in de chaos op andere plekken moesten worden ondergebracht, verzorgd en geregistreerd, waren acteurs, maar de chaos die hierna ontstond was levensecht.

Flinke kluif

Zo kwamen slachtoffers omdat het een interne calamiteit betrof niet ‘netjes’ binnen via de ambulancesluis, maar uit verschillende richtingen binnen het ziekenhuis zelf. Als klap op de vuurpijl viel bovendien het HiX-systeem (patiëntenregistratiesysteem) uit. De opvang en registratie van slachtoffers werd zo flink bemoeilijkt.
 
“En dat was precies wat we wilden”, legt Loek Leenen, hoogleraar traumatologie en medisch manager van het Calamiteitenhospitaal, uit. “Oefeningen als deze geven een realistisch beeld van de praktijk. Door te zien waar processen scheef lopen en beter kunnen, kunnen we ons beter voorbereiden op het echte werk. Al hopen we natuurlijk dat dat niet nodig zal zijn.”
 
Slachtoffers op een plek

Een ander voordeel van het Calamiteitenhospitaal is dat alle slachtoffers van een ramp in hetzelfde ziekenhuis liggen. “Dat werkt psychologisch goed. De patiënten praten met elkaar over wat ze hebben meegemaakt. Zo starten ze eigenlijk al met de verwerking. Daarnaast is het ook prettig voor familie. Het is regelmatig voorgekomen, zoals bij de Hercules-ramp, dat ouders voor het ene kind in een ander ziekenhuis moesten zijn dan voor het andere kind. Reguliere ziekenhuizen hebben immers niet de capaciteit om in korte tijd vele (zwaar) gewonde patiënten op te vangen. Wij kunnen dat wel.”