De voedseletiketinformatie is voor mensen met een voedselallergie te ongemakkelijk

Loop een willekeurige supermarkt binnen en je wordt overspoeld door een diversiteit aan producten en etiketten. Voor de meeste mensen is dat geen probleem maar als je een voedselallergie hebt, of moet koken voor iemand met een voedselallergie, wel. Want al die etiketten presenteren allergie-informatie op een andere manier, wat het voor de koper niet gemakkelijk maakt om te zien en te beslissen of je een product wel of niet kan eten. Communicatiekundigen van de faculteit Geesteswetenschappen van de UU, experts van UMC Utrecht en TNO hebben hun krachten gebundeld om tot een gezamenlijk voorstel te komen voor een optimaal voedseletiket, waar mensen met een voedselallergie of voedselintolerantie makkelijk de benodigde informatie kunnen vinden.

“Bij TNO en het UMC Utrecht hebben we gezien dat patiënten geregeld onverwachte allergische reacties krijgen door het eten van producten. Een van de oorzaken daarvan is de gebrekkige etiketinformatie, toch een belangrijk, zo niet het belangrijkste middel voor de consument om te beoordelen of het veilig is om te eten” zegt Marty Blom (onderzoeker bij TNO en UMC Utrecht). “De stap om samen met allergoloog André Knulst en communicatiekundigen Bregje Holleman en Leo Lentz te gaan werken om het etiket beter onder de loep te nemen was dan ook snel gezet. Het project brengt de kennis van de drie groepen samen.”

Samenwerking
De samenwerking met TNO en UMC Utrecht verliep heel prettig, vertelt hoogleraar Taal en Communicatie Leo Lentz. “Wij als communicatiekundigen weten veel van tekst, communicatie, corpusonderzoek en experimenten, maar niets van allergieën, allergie-informatie, de klinische praktijk en regelgeving. Daar wist het expertisepanel alles van. Het kostte even moeite en het was investeren om elkaar te leren begrijpen en elkaars taal te verstaan en dat te combineren in wetenschappelijke publicaties, maar het is de moeite waard.” Bregje Holleman voegt toe: “Voor ons als communicatiekundigen was dit de eerste keer dat wij in een medisch tijdschrift publiceerden. Voor Marty Blom was de term corpusstudie nieuw. Bij hen betekent corpus gewoon lichaam, bij ons een set van teksten die systematisch onderzocht worden.”

Het samenwerken met disciplines waar je van huis uit niet snel mee te maken hebt, geeft mij energie omdat ik merk dat je elkaar aanvult en samen iets unieks tot stand kunt brengen. In de praktijk betekent het dat je soms echt op details moet schakelen. Waar je binnen je eigen vakgebied aan een paar woorden genoeg hebt, blijkt dan dat je dit goed moet uitleggen voor een ander vakgebied.

Het is een bewuste keuze geweest om te publiceren in het medische tijdschrift Clinical & Experimental Allergy, vertelt Marty Blom. “Onze internationale stakeholders lezen deze tijdschriften. In de verbetering van de veiligheid van voedsel-allergische patiënten zijn veel partijen betrokken: producenten, wet- en regelgevende partijen die de kaders moet schetsen, artsen en diëtisten die patiënten adviseren en niet te vergeten de voedsel-allergische patiënten zelf. Allemaal zijn ze geregeld met elkaar in gesprek of werken ze samen in projecten om de huidige situatie te verbeteren.”

Voedseletiketten zijn een zoekplaatje
Uit het onderzoek blijkt dat voedseletiketten een stuk duidelijker kunnen. “Vaak is het een zoekplaatje, soms zijn de teksten vrijwel onleesbaar door bijvoorbeeld een transparante verpakking met witte letters tegen een gele achtergrond. En vrijwel altijd is de volgorde van relevante onderwerpen op het ene etiket net weer anders als op het andere etiket”, zegt Leo Lentz. “We hebben ruim 300 voedseletiketten in supermarkten geanalyseerd op een reeks van kenmerken die de toegankelijkheid en begrijpelijkheid beïnvloeden van informatie voor consumenten met een allergie of voedselintolerantie. De collega’s van het UMC Utrecht en TNO hielpen bij de interpretatie van de etiketten en signaleerden problemen die patiënten in de dagelijkse praktijk tegenkomen.”

‘Kan pinda bevatten’
Er is wel Nederlandse en Europese regelgeving voor etiketten, maar die laat veel ruimte voor invulling door de producenten en supermarkten. Zo viel het Bregje Holleman voorheen niet op, maar toen ze de etiketten bestudeerde, bleek er een grote diversiteit aan formuleringen op te staan: “Er kan vermeld worden ‘geproduceerd in een fabriek waar ook pinda verwerkt wordt’, maar er kan ook op het etiket staan ‘kan pinda bevatten’. Betekent dat dan iets anders? Moet je er in alle gevallen vanaf blijven met jouw allergie of niet?” “Experts bij TNO konden ons communicatiekundigen alles vertellen over regelgeving”, voegt Leo toe. “’Zoiets als ‘kan pinda bevatten’ las ik eerst als een heel gewoon zinnetje op een voedseletiket. Maar daar gaat een hele wereld aan Europese en Nederlandse regelgeving achter schuil.”

Optimaal voedseletiket
In nauw overleg ontwikkelden de onderzoekers een voorstel voor een optimaal voedseletiket waar mensen met een allergie of intolerantie makkelijk de relevante informatie kunnen vinden (zie afbeelding onderaan dit artikel). Bovendien gaven ze zes aanbevelingen waar de industrie mee aan de slag kan. Dit is niet alleen relevant voor Nederland, maar voor etikettering wereldwijd.

Huidige allergeneninformatie geeft problemen
“De eerste stap is gezet richting bewustwording bij overheid en bedrijven dat de huidige allergeneninformatie problemen geeft voor voedsel-allergische patiënten en de personen die voor hen boodschappen doen”, stelt Marty Blom. “Maar een voedseletiket is geen medische bijsluiter, het is ook een communicatiemiddel voor de producenten. Dus moet het etiket ook voldoende vrijheid geven voor andere informatie. Met de aanbevelingen zijn al eerste concrete stappen te zetten voor individuele bedrijven (denk aan leesbaarheid), maar wil je een echte verbetering voor deze groep patiënten hebben, dan is standaardisatie van alle informatie cruciaal.”

Zes aanbevelingen om de communicatie van allergeneninformatie te verbeteren:
  1. Zorg ervoor dat alle voedselinformatie leesbaar is (met een goede achtergrond)
  2. Allergenen in de ingrediëntenlijst vetgedrukt weergeven heeft de hoogste voorkeur
  3. Zorg voor groepering van gerelateerde onderwerpen en een uniforme onderwerpsvolgorde op het etiket
  4. Zorg voor een sectie met allergeneninformatie.
  5. Gebruik van één verklaring voor PAL (voorzorgsmaatregelen bij de etikettering van allergenen zoals ‘kan pinda bevatten’)
  6. Gebruik van allergenenpictogrammen