In rioolwater kunnen veel antibioticaresistente bacteriën zitten

Medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties in Nederland en Duitsland zijn niet vaker drager van antibioticaresistente bacteriën dan andere mensen. In Roemenië is dat wel het geval. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu . 

Het onderzoek vond plaats tussen 2018 en 2020 in Nederland, Duitsland en Roemenië. In de drie landen hebben medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties (RWZI Rioolwaterzuiveringsinrichting ’s en AWZI’s) een monster van hun ontlasting ingeleverd en een vragenlijst ingevuld. Hetzelfde deden inwoners van de regio’s waar de zuiveringsinstallaties staan. De resultaten van beide groepen zijn vergeleken.

Antibioticaresistente bacteriën in rioolwater
In rioolwater kunnen veel antibioticaresistente bacteriën zitten. Deze komen daarin terecht via de ontlasting van mensen. Medewerkers van RWZI’s en AWZI’s zouden deze tijdens hun werk binnen kunnen krijgen. Bijvoorbeeld door kleine waterdruppeltjes (aerosolen) in te ademen die in de lucht zitten. Of doordat de bacteriën ongemerkt met rioolwater (of zuiveringsproducten, zoals slib) op de handen komen en vervolgens per ongeluk in de mond (bijvoorbeeld met eten, roken, of krabben/vegen bij jeuk). 

Mensen kunnen ook op andere manieren antibioticaresistente bacteriën krijgen. Bijvoorbeeld wanneer ze op reis zijn in landen waar resistentie meer voorkomt dan in Nederland of door (verkeerd) antibioticagebruik. Wanneer iemand een infectie krijgt met een resistente bacterie, helpen antibiotica niet. Daardoor zijn dit soort infecties moeilijk te behandelen. 

Meer ESBL Extended spectrum beta-lactamases -EC European Commission  in Roemenië dan in Nederland en Duisland
In het onderzoek is gekeken naar de aanwezigheid van twee typen veelvoorkomende antibioticaresistente bacteriën. Het ene type, CPE Carbapenamse-producerende enterobacteriaceae *, werd zo zelden aangetroffen bij alle deelnemers dat er voor dit type geen conclusies kunnen worden getrokken. Het andere type, ESBL-EC*, kwam voor in de ontlasting van 13 procent van alle deelnemers, en vaker in Roemenië (28 procent van alle deelnemers) dan in Duitsland (7,1 procent) en Nederland (5,7 procent).

Geen verhoogd risico voor zuiveringsmedewerkers in Nederland en Duitsland
In Nederland was 4,4 procent van alle zuiveringsmedewerkers drager van ESBL-EC en 6 procent van de inwoners in dezelfde regio’s. In Duitsland is er bij geen enkele zuiveringsmedewerker ESBL-EC aangetroffen. Dat komt waarschijnlijk deels omdat er daar niet zoveel zijn onderzocht, namelijk 30. Bij 8,4 procent van de inwoners in dezelfde regio’s was dat wel zo. Hieruit blijkt dat in Nederland en Duitsland zuiveringsmedewerkers geen grotere kans hebben om ESBL-EC (en andere antibioticaresistente bacteriën) bij zich te hebben dan andere mensen. In Roemenië was het anders: daar bleken zuiveringsmedewerkers een twee keer zo grote kans te hebben om ESBL-EC bij zich te hebben dan inwoners van dezelfde regio.

De resultaten tussen Roemenië en Nederland/Duitsland verschilden dus sterk. Wat hier precies de oorzaak van is, is niet bekend. Verder onderzoek moet uitwijzen of er in het rioolwater in Roemenië meer resistente bacteriën zitten, waardoor medewerkers van zuiveringsinstallaties meer kans zouden hebben om ze binnen te krijgen. Of dat er een verschil is in de beschermende maatregelen op RWZI’s en AWZI’s in Roemenië, Duitsland en Nederland.

Dit onderzoek is onderdeel van een groot onderzoek naar antibioticaresistentie. De eerste resultaten zijn beschreven in een wetenschappelijk artikel en liggen ter beoordeling bij een wetenschappelijk tijdschrift. Een voorlopige publicatie is hier te  vinden: Carriage of ESBL-producing Enterobacterales in wastewater treatment plant workers and surrounding residents - The AWARE Study

*ESBL-EC = ESBL-producerende E. coli Escherichia coli ,
CPE= Carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae

Zie ook: Rioolwateronderzoek