In maart 2020 werden de intensivecareafdelingen in Nederland overspoeld met COVID-19-patiënten
De afgelopen 2 jaar zijn door de COVID-19-pandemie veel ziekenhuizen genoodzaakt geweest delen van de geplande zorg tijdelijk te staken. Wat waren precies de effecten van deze uitgestelde zorg? Oncologisch chirurg Schelto Kruijff van het UMCG is projectleider van een groot landelijk onderzoek dat nagaat wat de effecten van uitgestelde zorg op de uitkomsten van zorg waren. Ook wil hij weten wat de ervaringen waren van patiënten die moesten wachten, maar wel een behandeling nodig hadden. Hij kreeg hiervoor een subsidie van €800.000,- van ZonMW.
Schaarse capaciteit door Covid-patiënten
In maart 2020 werden de intensivecareafdelingen in Nederland overspoeld met COVID-19-patiënten. De focus lag initieel begrijpelijkerwijs op deze groep zeer zieke patiënten. Maar naarmate de coronacrisis voortduurde, werden steeds meer ziekenhuizen gedwongen te beslissen over welke zorg tijdelijk stop gezet moest worden. Door de triagemodellen die de ziekenhuizen toepasten om verantwoord om te gaan met zorgschaarste, kregen sommige patiënten voorrang boven anderen. Zo konden artsen oncologiepatiënten vaak doorbehandelen zonder al te veel vertraging. Patiënten met bijvoorbeeld gewrichtsslijtage bleven vaak langdurig op de wachtlijst staan voor bijvoorbeeld een heupprothese. Wat voor impact hadden deze alternatieve behandeltrajecten van ziekenhuizen op de uitkomsten van zorg en hoe hebben patiënten en hun zorgverleners deze periode ervaren?
Lessen trekken
Schelto Kruijff wil twee dingen uitzoeken in deze studie: ‘We willen enerzijds analyseren wat de gevolgen waren voor patiënten die geopereerd zijn of een interventie hebben ondergaan terwijl zij besmet waren met het coronavirus. Anderzijds evalueren we in welke mate de behandeling van non-COVID-19-patiënten gedurende de coronacrisis is veranderd en wat de invloed daarvan was op de uitkomst van de zorg en hoe patiënten deze periode hebben ervaren. Zo kunnen klachten van patiënten verergeren doordat een ingreep of behandeling niet of uitgesteld plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt met een groeiende schildkliertumor die daardoor steeds slechter kan slikken, of een patiënt met gewrichtsslijtage die door uitstel van de operatie bedlegerig wordt.’ Ook wil hij onderzoeken hoe zorgverleners terugkijken op de geleverde zorg en de noodgedwongen keuzes die zijn gemaakt. ‘We willen weten hoe zij denken dat dit in de toekomst mogelijk beter kan. Hiervoor onderzoeken we de uitkomsten van 16 landelijke kwaliteitsregistraties en 3 studiedatabases. Hiervan maken ook niet-chirurgische registraties deel uit, wat de heterogeniteit ten goede komt. We kunnen niet wachten om lessen te trekken uit alle verzamelde data uit de kwaliteitsregistraties en zo bij te dragen aan een gezamenlijk impactplan voor pandemieën.’
Voorbereiding op toekomstige pandemieën
Schelto Kruijff doet het onderzoek samen met zijn collega-chirurgen David Heineman (Amsterdam UMC) en Michel Wouters (Antoni van Leeuwenhoek) en chirurg in opleiding Willemijn van der Plas (Flevoziekenhuis). Zij kregen voor dit onderzoek een subsidie van ZonMw . Kruijff: ‘We hopen dat we door de analyse van de effecten van uitgestelde, veranderde of afgeschaalde zorg de behandeling van de patiënt kunnen optimaliseren in het geval van toekomstige pandemieën of andere periodes van zorgschaarste.’