Door de sterk stijgende zorgkosten dreigt een competitie te ontstaan over welke behandelingen nog wel en welke niet meer worden vergoed

Niet het aantal behandelingen moet worden beloond, maar de uitkomsten van zorg, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteit van het leven. Dat bepleit prof. dr. Marc Mureau tijdens zijn oratie met als titel: 'Keuzes maken: naar meer patiëntgerichte zorg in oncologisch reconstructieve chirurgie' op woensdag 25 mei aanstaande in Rotterdam. Mureau, die als plastisch chirurg verbonden is aan het Erasmus MC Kankerinstituut, is de eerste hoogleraar oncologisch reconstructieve chirurgie in Nederland. Mureau: “Omdat kankerpatiënten door betere behandelingen steeds langer leven, wordt de kwaliteit van leven ná de behandeling van kanker ook steeds belangrijker. Maar door de sterk stijgende zorgkosten dreigt een competitie te ontstaan over welke behandelingen nog wel en welke niet meer worden vergoed. Reconstructieve chirurgie die zorgt voor een enorme impuls van de kwaliteit van leven, maar niet direct leidt tot levensverlenging, is in deze competitie kwetsbaar. Hierdoor dreigen oncologiepatiënten die een reconstructie nodig hebben, het kind van de rekening te worden.”

Oncologisch reconstructieve chirurgie is het onderdeel van de plastische chirurgie waarbij vorm en functie van een lichaamsdeel, dat is beschadigd door de behandeling van een tumor, wordt hersteld door het verplaatsen van weefsel van elders. Bijvoorbeeld een borstreconstructies na borstkanker, een nieuwe neus na huidkanker of een nieuwe tong na een tumor in de mond. Het stoort de nieuwe hoogleraar dat nog steeds een deel van deze cruciale behandelingen niet in de basisverzekering zitten. “In het Erasmus MC hebben we met eigen onderzoek onder 1.900 vrouwen aangetoond dat vrouwen die hun borst behouden door een borstsparende behandeling of een borstreconstructie een betere kwaliteit van leven ervaren, dan vrouwen die na borstkanker hun borst permanent verliezen. Toch moeten we nog steeds voor elke borstreconstructiebehandeling een machtiging aanvragen bij de zorgverzekeraar. Dat levert niet alleen vertraging op, maar zorgt ook voor extra administratieve lasten. We zijn nu soms al 40% van onze tijd bezig met registratie en verantwoording.”

Betere keuze patiënten 
Eén van de uitdagingen waar Mureau en zijn onderzoeksgroep zich op gaat richten is het bepalen wat goede uitkomsten voor een kankerpatiënt zijn na een reconstructieve behandeling. Het gaat daarbij niet alleen om klinische uitkomsten zoals overleving en complicaties, maar ook om wat patiënten zélf ervaren als goede uitkomsten van zorg, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteit van leven. Mureau: “Wat hiervoor nodig is, is dat we het zorgproces beter moeten gaan inrichten. We moeten de kennis, die we de afgelopen jaren hebben opgedaan, gaan inzetten om een optimale uitkomst te voorspellen, die specifiek is voor de patiënt in kwestie, rekening houdend met de individuele behoeften en waarden van de patiënten. Hierdoor kunnen patiënten met zo min mogelijk last van hun kankerbehandeling, weer verder met hun leven. Als wij onze kennis vooraf beter inzetten, kan de patiënt een weloverwogen keuze maken, omdat hij of zij weet wat de uitkomst van de behandeling is, maar ook wat de mogelijke risico’s zijn. Patiënten kiezen dan voor een behandeling die het beste bij hun persoonlijke situatie past of zien juist af van een behandeling. Dit leidt tot betere uitkomsten met minder complicaties, meer tevreden patiënten, minder zorggebruik en dus minder kosten.”

Om dit mogelijk te maken zijn er al verschillende onderzoeken ingezet, waaronder een kosten-effectiviteitsonderzoek. “Daardoor kun je op basis van feiten keuzes maken in plaats van op onderbuikgevoelens”, legt Mureau uit. Met een kosteneffectiviteitsonderzoek wordt uitgerekend wat de kosten zijn van een gewonnen levensjaar in goede gezondheid (Quality Adjusted Life Year). Om de kosteneffectiviteit goed te kunnen berekenen, zijn betrouwbare data nodig van grote groepen patiënten. Dit zijn data over zowel de kwaliteit van leven uitkomsten als het zorggebruik en de hiermee samenhangende kosten over een langere tijd van bijvoorbeeld 10 jaar.

Digitale silo’s
Om de zorgdata te ontsluiten moet er volgens Mureau snel meer worden geïnvesteerd in een goede ict-structuur, zowel binnen een zorginstelling als in een zorgnetwerk. “Probleem is dat al die data nu nog verstopt zitten in digitale silo’s: verschillende ict-systemen die niet gekoppeld zijn, omdat het niet samen werkt of omdat AVG-technisch schuurt. In het Erasmus MC hebben we daar de eerste stappen in gezet en is er inmiddels een Health Data Platform gecreëerd waarop de eerste zorgdata uit verschillende bronnen samenkomen. Door het combineren van klinische data met zorguitkomst-data kunnen we een voorspelmodel maken, waarmee we gepersonaliseerde keuzehulpinstrumenten kunnen ontwikkelen. Hierdoor wordt het samen beslissen gemakkelijker en écht gericht op de patiënt in kwestie.”

Mureau is optimistisch dat het gaat lukken: “Ik ben ervan overtuigd dat we straks met gepersonaliseerde en dynamische dashboards, waarin de voor de patiënt specifiek te verwachten uitkomsten kunnen worden getoond, binnen de oncologisch reconstructieve chirurgie echt het verschil gaan maken. Met betere uitkomsten voor onze patiënten én tegen lagere kosten.”