Vergrijzing en bevolkingsgroei dragen in belangrijke mate bij aan de jaarlijkse stijging van het gebruik van geneesmiddelen.
Het geneesmiddelengebruik nam in 2017 met 1,3% toe. Op grond van demografische ontwikkelingen zou een stijging van 1,7% reëel zijn geweest. Ook valt op dat het aantal polyfarmaciepatiënten vorig jaar minder toenam dan op basis van de toenemende vergrijzing kon worden verwacht.
Openbare apotheken verstrekten in 2017 opnieuw meer geneesmiddelen uit het basispakket dan het jaar daarvoor. Uitgedrukt in standaarddag-doseringen (ddd) bedroeg die stijging van geneesmiddelengebruik 1,3%. Uitgaand van hetzelfde geneesmiddelengebruik als in 2016 zou op basis van demografische ontwikkelingen de stijging in 2017 uitkomen op 1,7%. De werkelijke stijging blijft daarbij dus achter.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) blijkt dat de Nederlandse bevolking in 2017 met 0,6% is toegenomen tot 17,2 miljoen inwoners, onder wie 3,2 miljoen personen van 65 jaar of ouder. Het blijkt dat het aandeel 65-plussers in datzelfde jaar procentueel sterker is toegenomen: namelijk met 1,9%. Hun aandeel bedroeg 18,5% in 2016 en een jaar later 18,9%.
Vergrijzing en bevolkingsgroei dragen in belangrijke mate bij aan de jaarlijkse stijging van het gebruik van geneesmiddelen. Vooral de invloed van vergrijzing laat zich gelden in de apotheken, omdat de gemiddelde 65-plusser, uitgedrukt in ddd’s, bijna driemaal zo veel geneesmiddelen gebruikt als de gemiddelde Nederlander, namelijk 1557 versus 551. Aan de gemiddelde 75-plusser verstrekten de apotheken zelfs 1879 ddd’s. Voor de bijbehorende geneesmiddeluitgaven geldt dat die voor de gemiddelde 65-plusser in 2017 tweeënhalf keer zo veel bedroegen (€ 683) als het gemiddelde voor alle inwoners (€ 276). Hierdoor dragen geneesmiddelen die aan 65-plussers zijn verstrekt voor 46% bij aan de totale omzet van de gemiddelde openbare apotheek, terwijl hun aandeel van de bevolking 18,9% bedraagt.
Polyfarmaciepatiënten
Het aantal polyfarmaciepatiënten neemt jaarlijks toe, maar minder snel dan voorheen. Zo bedroeg de jaarlijkse stijging van het aandeel polyfarmaciepatiënten onder het totale aantal geneesmiddelengebruikers tot 2015 bijna 5% en in de afgelopen twee jaar nog maar 2% per jaar. Van alle mensen aan wie apotheken in 2017 geneesmiddelen verstrekten was 13,5% een polyfarmaciepatiënt. Zij gebruiken chronisch vijf of meer geneesmiddelen uit verschillende therapeutische groepen (op atc3-niveau). Voor chronisch gebruik wordt de volgende definitie gehanteerd: aan een patiënt is meer dan drie keer per jaar hetzelfde geneesmiddel verstrekt of minimaal één keer een hoeveelheid bedoeld voor negentig dagen of meer.
Naast de 13,5% polyfarmaciepatiënten, gebruikte 47% van de apotheekbezoekers minder dan vijf geneesmiddelen chronisch. De resterende 40% gebruikt slechts incidenteel geneesmiddelen. Deze groepen apotheekbezoekers hebben een sterk verschillend profiel. De incidentele geneesmiddelengebruiker is gemiddeld 36 jaar, terwijl de polyfarmaciepatiënt gemiddeld bijna twee keer zo oud is. De chronische gebruiker met één tot vier geneesmiddelen zit hier met gemiddeld 48 jaar tussenin.