Capecitabine is het door poliklinische apotheken vaakst verstrekte middel dat valt onder het budget van de ziekenhuizen.
Van de pakketgeneesmiddelen zijn osmotische laxantia op basis van macrogol en elektrolyten de meest verstrekte typische poliklinische geneesmiddelen. Dat meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Poliklinische apotheken zijn openbare apotheken in of vlakbij een ziekenhuis. Mensen kunnen daar hun geneesmiddelen meenemen na een bezoek aan de specialist of bij ontslag na een ziekenhuisopname. Daarnaast verstrekken poliklinische apotheken ook medicatie waarvan de kosten voor rekening van het ziekenhuis komen, maar die bedoeld zijn voor gebruik door mensen thuis. Dit betreft vooral duurdere geneesmiddelen, die de afgelopen jaren op last van de overheid zijn overgeheveld naar het budget van de specialistische zorg.
Omdat deze geneesmiddelen niet tot het basispakket behoren mag de apotheker deze middelen niet bij de zorgverzekeraar declareren. Als iemand zo’n middel nodig heeft, moet het ziekenhuis dat betalen. In sommige gevallen kan het ziekenhuis de kosten voor deze middelen alsnog (voor een deel) declareren bij de zorgverzekeraar, als ze worden gebruikt binnen daartoe aangewezen behandelingen door een specialist.
Budget ziekenhuis
Van de geneesmiddelen die tot het budget van het ziekenhuis behoren verstrekten de poliklinische apotheken, volgens cijfers van de SFK, in 2016 het orale oncolyticum capecitabine (Xeloda) het vaakst. Op de tweede plaats staat adalimumab (Humira) dat bij reumatische aandoeningen wordt ingezet. Follitropine (onder andere Puregon en Gonal-F), op plaats drie, wordt onder meer bij IVF-behandelingen toegepast. De SFK beschikt over het overgrote deel van de medicatiegegevens van poliklinische apotheken, maar niet over alle. Daarom staan hier geen aantallen verstrekkingen.
Pakketgeneesmiddelen
Van de receptplichtige (UR) geneesmiddelen die tot het basispakket behoren, verstrekten poliklinische apotheken de osmotische laxantia op basis van macrogol en elektrolyten het vaakst. Laxantia uit deze groep worden zowel bij obstipatie toegepast als voor darmlediging ter voorbereiding op een dikke-darmonderzoek. De opioïde pijnstiller oxycodon wordt vrijwel even vaak verstrekt. Beide zijn typische poliklinische middelen, niet alleen omdat ze zo vaak door poliklinische apotheken worden verstrekt, maar ook omdat poliklinische apotheken dat veel vaker dan gemiddeld doen.
Gemiddeld vindt 4,7% van alle verstrekkingen van UR-geneesmiddelen in openbare apotheken plaats in een poliklinische apotheek. Weekleveringen zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Voor de macrogol-laxantia is dat percentage 10,1 en voor oxycodon zelfs 15,2.
Om als typisch poliklinisch te worden aangemerkt hanteert de SFK de (arbitraire) ondergrens dat minstens 10% van alle verstrekkingen in een poliklinische apotheek moet plaatsvinden. Diclofenac, dat weliswaar 150.000 keer in een poliklinische apotheek is verstrekt, hoort daar niet bij omdat het aandeel maar 8,4% bedraagt.
Wel typisch poliklinisch is de cortico-steroïde dexamethason met een aandeel van 44,2% en 90.000 verstrekkingen.