1 400 mensen met langdurige zorg overleden in week 18
In week 18 (27 april tot en met 3 mei) stierven ongeveer 1 400 mensen die langdurige zorg kregen, zo’n 300 minder dan in week 17. Het aantal mensen met langdurige zorg dat overleed lag in week 18 nog wel 21 procent hoger dan in een gemiddelde week in de eerste tien weken van 2020. Het gaat hier om mensen die zorg ontvingen op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit zijn mensen die zorg thuis kregen of in een verpleeg-, verzorgingshuis of andere zorginstelling woonden. Bij de overige bevolking van Nederland daalde de sterfte in week 18 eveneens, terwijl in de voorgaande week de daling stagneerde. Dat melden het CBS en het RIVM op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Het aantal overledenen met langdurige zorg is gebaseerd op het aantal overlijdensberichten dat het CBS tot en met 11 mei 2020 ontvangen heeft en de door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) beheerde gegevens over mensen die zorg ontvangen op basis van de Wet langdurige zorg. In Nederland deden eind 2018 ongeveer 299 duizend mensen een beroep op deze wet. Daarvan verbleven 123 duizend mensen in een verpleeg- of verzorgingshuis.
In de eerste tien weken van dit jaar (tot en met 8 maart) overleden gemiddeld circa 1 160 mensen per week, die een vorm van Wlz-zorg ontvingen. In week 15 was dat aantal met ongeveer 2 400 overledenen meer dan dubbel zo hoog. Met 1 400 overledenen in week 18 is de sterfte onder deze mensen nog 21 procent hoger dan in de eerste tien weken. De hogere sterfte onder mensen met Wlz-zorg volgde met enige vertraging op de corona-epidemie in Nederland.
Het aantal overledenen in de overige bevolking steeg van gemiddeld 1 972 per week in de eerste tien weken van 2020 naar 2 867 in week 14. Daarna zette een daling in naar iets meer dan 2 200 sterfgevallen in week 16. In week 17 zette de daling van de sterfte in deze groep niet verder door. De sterfte is nog ruim 9 procent hoger dan in een gemiddelde week in de eerste tien weken van 2020.
Sterfte onder mensen die zorg ontvangen in alle leeftijdsgroepen gedaald
Vanaf week 13 nam de sterfte onder mensen die Wlz-zorg ontvingen sterk toe. In week 15 was de sterfte onder 65- tot 80-jarigen ongeveer 2,3 keer zo hoog, en onder 80-plussers ruim 2 keer zo hoog als gemiddeld in de eerste tien weken van 2020. In week 16 zette bij alle leeftijdsgroepen een daling in die in week 17 en 18 vertraagd doorzette. In de leeftijdsgroep 65 tot 80 jaar is de sterfte nog 35 procent hoger dan het gemiddelde van de eerste tien weken van 2020.
Het aantal overledenen onder mensen die geen Wlz-zorg ontvingen daalt sinds week 14 in alle leeftijdsgroepen. Inmiddels is de sterfte bij 80-plussers 11 procent lager dan gemiddeld in de eerste tien weken van 2020. Bij 65- tot 80-jarigen was de sterfte in week 18 inmiddels gelijk aan het gemiddelde van de eerste tien weken. Alleen bij mensen van 0 tot 65 jaar lag de sterfte nog 4 procent boven het gemiddelde van begin 2020.