Het DNA van eeneiige tweelingen bevat honderden verschillen

Deze geïdentificeerde epigenetische verschillen bestaan niet alleen tussen tweelingen van één paar, maar tussen tweelingen van honderden paren

Het DNA van eeneiige tweelingen is toch niet zo identiek als altijd werd gedacht. Athina Vidaki en Manfred Kayser van de afdeling Genetische Identificatie van het Erasmus MC hebben ontdekt hoe deze verschillen aan het licht kunnen worden gebracht.

Deze ontdekking kan voor de forensische wetenschap een grote stap vooruit betekenen. Tot op heden moesten soms rechtszaken rond delicten waarbij eeneiige tweelingen waren betrokken, worden geseponeerd. Welke broer of zus van de eeneiige tweeling het delict kon worden aangewreven, kon namelijk niet worden vastgesteld. ‘Dit komt omdat eeneiige tweelingen beschikken over hetzelfde genoom en dus ook hetzelfde forensisch DNA-profiel’, zegt Kayser.

‘Identieke tweeling komt in de toekomst mogelijk niet meer weg met misdaad’

Epigenetica
‘We wisten al dat er tussen eeneiige tweelingen verschillen zijn in de aan- en uitknoppen van de genen. Dat noemen we epigenetische variatie’, legt Kayser uit. Maar tot dusver waren echter alleen persoonlijke epigenetische verschillen bekend, die specifiek waren per individueel eeneiig tweelingpaar.

Voor het epigenetisch onderscheiden van identieke tweelingen in forensisch onderzoek heeft dat een belangrijk nadeel. ‘Eerst moet in het epigenoom van beide tweelingen worden gezocht naar deze persoonlijke verschillen. En dat is zoeken naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg’, zegt Kayser.

‘En alleen als deze persoonlijke epigenetische verschillen werden geïdentificeerd, konden ze worden geanalyseerd in het DNA dat was gevonden op de plaats delict. Pas dan kon worden uitgevonden of het DNA-spoor afkomstig was van de ene tweelingbroer/zus of de andere.’

Honderden verschillen
Kayser, Vidaki en collega’s van internationale onderzoeksinstituten hebben nu honderden verschillen gevonden op bepaalde vaste DNA-posities in de epigenomen -de eerder genoemde aan en uitknoppen- van eeneiige tweelingen.

Deze geïdentificeerde epigenetische verschillen bestaan niet alleen tussen tweelingen van één paar, maar tussen tweelingen van honderden paren. ‘Ze vertonen dezelfde variaties die we vinden tussen niet-verwante mensen. Als we onze bevindingen bekijken, denken we dat ze dus te vinden zijn bij álle mensen, en dus ook bij álle tweelingen.’ zegt Vidaki.

Vingerafdrukken
Met behulp van deze generieke epigenetische ‘biomarkers’ kunnen eeneiige tweelingen van verschillenden tweelingparen nu gemakkelijker vanuit hun DNA van elkaar worden onderscheiden. In de toekomst kan zoals gezegd ook de forensische wetenschap profiteren van deze kennis. Aan de hand van de nieuw geïdentificeerde epigenetische biomarkers kunnen straks epigenetische vingerafdrukken worden ontrafeld.

‘Die epigenetische vingerafdrukken kunnen bijvoorbeeld relevant zijn om DNA-sporen op een plaats delict toe te schrijven aan het ene individu van een tweeling, maar niet het andere. Daardoor kunnen strafzaken waarbij een of beide eeneiige tweelingen betrokken zijn, met hulp van DNA-sporen mogelijk worden opgelost. Maar ook heeft onze ontdekking gevolgen voor de meer filosofische beschouwingen over het unieke identiteit van de individuele mens op moleculair niveau’ zegt Vidaki.

Dit onderzoek is gefinancierd door een Erasmus MC- en een Erasmus Universiteit (EUR) Fellowship aan Athina Vidaki. Vidaki en Kayser -en internationale collega’s- publiceerden de bevindingen onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift Genome Biology .