De samenleving heeft niets aan bange dokters die het zekere voor het onzekere nemen.

Dat levert een hoop extra tests op met daarbij vaak onnodige ongerustheid en niet zelden juist schade aan het lichaam.

Dat zegt Pim de Jong (37) in de oratie die hij woensdag 17 mei uitsprak als hoogleraar radiologie in het UMC Utrecht. Hij wijst erop dat de mogelijkheid om allerlei ziektes in beeld te brengen enorm is verbeterd, maar dat lang niet altijd bekend is wat artsen met de uitslag moeten doen.

Hij geeft als voorbeeld de CT-scan, de driedimensionale röntgenfoto waarmee allerlei mogelijke afwijkingen in het lichaam veel preciezer dan vroeger in kaart kunnen worden gebracht, van een botbreuk tot een tumor. Voor de eeuwwisseling werden in Nederland jaarlijks een kleine 500.000 van deze onderzoeken uitgevoerd, maar in de laatste twaalf jaar is dat bijna drie keer zo veel geworden.

"Dat is vooruitgang, daarmee helpen we veel patiënten aan een betere behandeling", concludeert De Jong. Schaduwzijde is dat dit soort onderzoeken ook steeds vaker uitslagen opleveren waarbij onzeker is of een behandeling helpt. De Jong noemt de zoektocht naar bloedstolsels in de longslagader. Die kunnen ervoor zorgen dat het bloed te weinig zuurstof krijgt, de zogeheten longembolie die dodelijk kan aflopen. "We zien op de CT steeds vaker kleine stolsels. Die kun je behandelen, maar dat heeft ook nadelen."

Wie bijvoorbeeld langdurig bloedverdunners gaat slikken, loopt meer kans op spontane bloedingen. "Als je naar de hele bevolking kijkt moet je concluderen dat we veel meer mensen preventief zijn gaan behandelen tegen een longembolie. De sterfte hieraan is echter niet afgenomen, maar steeds meer mensen ervaren wel bijwerkingen", concludeert De Jong.

De radioloog waarschuwt voor het gevaar dat patiënten en artsen elk risico willen uitsluiten en daarom nog meer onderzoek aanvragen. "In Nederland zijn we daarin gelukkig nog terughoudend. In de Verenigde Staten zie je drie keer zo veel onderzoeken, daar willen artsen elke aansprakelijkheid uitsluiten. Die kant moeten we niet op."

Onder vuur

Fouten maken is volgens De Jong onvermijdelijk, ook in de zorg. "We hebben dat met allerlei protocollen flink teruggedrongen, maar we moeten niet doen alsof het helemaal naar nul kan. Ik heb zelf ook wel eens iets gemist op een röntgenfoto. Daar baal je enorm van. Daarnaast zijn er ook veel diagnoses die achteraf fout blijken, maar de oorzaak is dat je gewoonweg niet alle informatie had. We moeten mensen ook uitleggen dat wanneer we richtlijnen opstellen, bijvoorbeeld in de oncologie, dat we altijd accepteren dat we hele kleine tumoren zullen missen. Anders moet je bij iedereen een scan-apparaat thuis zetten."

De Jong werkt pikant genoeg in een ziekenhuis dat het afgelopen jaar onder vuur lag. Bestuurders en managers van het UMC Utrecht dulden weinig tegenspraak en een aantal dodelijke incidenten werd te laat gemeld, concludeerde zorginspectie IGZ onlangs.

De Jong: "Ik zou het heel jammer vinden als mensen denken dat ze een heel ziekenhuis niet meer kunnen vertrouwen. Dat je patiënten hoort vragen: 'Kan ik hier wel veilig komen liggen?' We kunnen niet werken op basis van wantrouwen. Er werken hier 12.000 mensen en ik ken niet het hele UMC, maar ik bespreek wekelijks honderd patiënten met andere artsen en mijn ervaring is dat er veel open gediscussieerd kan worden over diagnoses en mogelijke behandelingen. Ik zie de mensen in het ziekenhuis enorm hun best doen en ik denk dat de zorg pas echt verder wordt verbeterd als we hen vertrouwen."

Radioloog en hoogleraar Pim de Jong: hoezo doorbraak?

Hij mag dan niet houden van een nadruk op slecht nieuws, veel zogeheten goed nieuws over onze gezondheid is kersverse hoogleraar Pim de Jong een nog grotere doorn in het oog. "Denk aan de neiging om allerlei zogenoemde doorbraken te melden, die ziektes als kanker binnen een paar jaar beheersbaar zouden maken."

"Als je goed kijkt blijft er vaak weinig over van die claims. Het zou natuurlijk prachtig zijn als er een echte doorbraak komt, maar we moeten als artsen ook realisme tonen en vertellen dat we veel kunnen, maar dat onze mogelijkheden beperkt zijn. De mens is nog steeds een mysterieus doolhof waarin dokters met hun patiënten als detectives zoeken naar een diagnose en een werkzame behandeling."

bron: UMC Utrecht