Alleen het verwijderen van het implantaat is dan soms niet genoeg: een derde van de patiënten kreeg ook chemotherapie

Sommige borstimplantaten kunnen in zeldzame gevallen leiden tot een vorm van lymfeklierkanker (BIA-ALCL). Deze zeldzame ziekte is vaak goed te behandelen als hij tijdig wordt ontdekt. Alleen het verwijderen van het implantaat is dan soms niet genoeg: een derde van de patiënten kreeg ook chemotherapie. Dit blijkt uit onderzoek van IKNL op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Bij vroege diagnose is de langetermijnoverleving bij deze ziekte gelukkig uitstekend.

Belangrijkste resultaten uit het onderzoek (periode 1997-2022):
  • De overleving is goed: na tien jaar is 92% van de patiënten nog in leven.
  • 30% van alle vrouwen met BIA-ALCL onderging chemotherapie.
  • Bij stadium I is een operatie waarbij het implantaat en het kapsel worden verwijderd vaak voldoende.
  • 10 van de 91 patiënten had het verst gevorderde stadium (stadium IV) op het moment van diagnose. De behandeling is zelfs nagenoeg altijd succesvol bij patiënten bij wie de ziekte is teruggekeerd (recidief).
  • Het aantal diagnoses per jaar neemt toe: het gaat nu om 8 tot 10 vrouwen per jaar, in 1997 was dat er nog 1.

Senior onderzoeker Mirian Brink van IKNL: “Het is opvallend dat bij een derde van de patiënten aanvullende chemotherapie noodzakelijk werd geacht. De veroorzaker van de ziekte, het implantaat, is dan immers al verwijderd. Het laat zien dat deze tumorsoort een enorme klap is voor het immuunsysteem.”

Samen beste behandelmethode zoeken
BIA-ALCL is een zeldzame vorm van lymfeklierkanker die kan ontstaan in de vloeistof en/of het kapsel rond een borstimplantaat. Het is geen borstkanker, maar een non-Hodgkinlymfoom, een immuunsysteemkanker. Redenen voor het plaatsen van borstimplantaten van de 91 vrouwen in deze studie waren of cosmetisch van aard, of reconstructief. Voor vrouwen met een gevorderde ziekte is een goede strategie nodig. Brink: “De ziekte is zo zeldzaam, dat er variatie ontstaat in de behandelstrategie in het land; er is immers wereldwijd nog relatief weinig onderzoek naar gedaan. Toch wil ik clinici oproepen samen te werken om de beste behandelmethode te bepalen. En ik wil het zien als een oproep voor meer onderzoek hiernaar.”

Het is belangrijk dat artsen alert zijn op deze ziekte bij borstimplantaten. Vrouwen met borstimplantaten moeten weten dat klachten zoals zwelling of pijn niet altijd onschuldig zijn. Freek Meeuwes, internist-hematoloog en onderzoeker bij het UMCG: “Tijdige herkenning én volledige verwijdering van het implantaat geven uiteindelijk de beste kans op genezing. We willen dan ook zowel artsen als de vrouwen zelf wijzen op zelfonderzoek en signalen niet te negeren.”

Verwachte afname
Het onderzoek laat in de laatste decennia een stijging zien van het aantal diagnoses. Toch zijn de aantallen nog te klein om daar gegronde uitspraken over te kunnen doen. Meeuwes: “De toename heeft te maken met meer bewustwording van deze ziekte onder artsen. Mogelijk dat de stijging in het aantal borstkankergevallen met hieraan gerelateerd een borstamputatie en hierop volgende borstreconstructie met plaatsing van implantaten ook een rol speelt. De implantaten die het hoogste (maar nog steeds een zeer klein) risico lijken te geven op BIA-ALCL, worden inmiddels niet meer geplaatst.” Brink: “We verwachten dat het aantal diagnoses dan ook weer gaat dalen over langere termijn. Net als met bijvoorbeeld longkanker door roken zie je die trend zo’n twintig jaar later pas.”

Over het onderzoek
De onderzoekers bekeken alle patiënten met BIA-ALCL in Nederland van 1997 tot en met 2022, in totaal ging dat om 91 vrouwen. Eén op de drie had eerder borstkanker gehad. Er zat gemiddeld 14 jaar tussen de borstkankerdiagnose en de diagnose BIA-ALCL. De meeste vrouwen (74%) hadden stadium I ziekte bij diagnose.

Bron: IKNL