Hersentumoren zijn moeilijk te behandelen en het voorspellen of een behandeling gaat werken is lastig.

Bij kinderen is het voorspellen van de effectiviteit van een behandeling nog belangrijker dan bij volwassen patiënten. Onderzoekers van VUmc deden via beeldvorming (scans) de eerste studie naar of het kankermedicijn bevacizumab bij kinderen met diffuus ponsglioom (DIPG) effectief kan zijn, door te onderzoeken of het middel wel in de tumor aankomt. De studie wordt beschreven in The Journal of Nuclear Medicine.

Volgens professor Gertjan Kaspers (kinderoncologie/hematologie) en professor Guus van Dongen (Imaging) van VUmc hebben kinderen met DIPG een zeer slechte prognose: "Minder dan 10% van de patiëntjes leeft nog 2 jaar na diagnose. Deze tumoren zijn resistent tegen allerlei therapieën. Chemotherapie kan door de locatie van de tumor in de hersenstam mogelijk vaak niet op de juiste plek aankomen en daar zijn werk doen. Maar dit kon tot voor kort niet worden onderzocht."

In deze studie is onderzocht of het geneesmiddel bevacizumab de tumor kan bereiken door er een radioactief stofje aan te verbinden en via beeldvorming (PET-CT scan) zichtbaar te maken of het medicijn aankomt in de hersenstamtumor. Het is wereldwijd de allereerste keer dat dit is gedaan bij kinderen.

Uit de studie komen aanwijzingen voor het optimale moment van scannen. Verder bleek de procedure veilig te zijn. En er waren grote verschillen tussen de patiënten in de mate van opname van bevacizumab in de tumor, maar ook binnen de tumoren zelf. Het onderzoek levert dus kennis op over toekomstige manieren om díe patiënten te selecteren voor behandeling bij wie de medicijnen beter aankomen in de tumor en er daarmee kans op effect is.

Bron: VUmc