Het merendeel van de recepten die in openbare apotheken worden aangeboden is afkomstig van huisartsen
Bijna 17% afkomstig van specialist en 3% van overige voorschrijvers. Vier op de vijf recepten op basis waarvan openbare apotheken in 2018 een receptplichtig geneesmiddel uit het basispakket verstrekten, waren afkomstig van een huisarts. Het specialisme Interne Geneeskunde voert de lijst aan van specialismes met de meeste geneesmiddelenverstrekkingen in de openbare apotheek. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Het merendeel van de recepten die in openbare apotheken worden aangeboden is afkomstig van huisartsen. Zij waren in 2018 verantwoordelijk voor ruim 80% van de verstrekkingen door apotheken van receptplichtige geneesmiddelen binnen het basispakket. Op deze pagina zijn verstrekkingen in de vorm van weekleveringen – zoals Baxterrollen – buiten beschouwing gelaten. Hierbij gaat het vooral om veelvuldige herhalingen van dezelfde geneesmiddelen, waardoor deze verstrekkingen een vertroebeld beeld geven.
Eén zesde van de recepten in de apotheek is afkomstig van medisch specialisten. Van hen schrijven internisten de meeste recepten uit, gevolgd door psychiaters.
AGB-code
De verschillende typen voorschrijvers van geneesmiddelen zijn herkenbaar aan de AGB-code. De AGB-code van de voorschrijvers behoort tot de dataset die de SFK van de apotheken ontvangt en wordt door Vektis aan zorgverleners (en zorginstellingen) toegekend. De eerste twee cijfers van deze code duiden het type zorgverlening aan. Zo beginnen de codes van huisartsen met 01, die van apothekers met 02 en die van medisch specialisten met 03.
Voorschrijvers worden geacht hun AGB-code op het recept te vermelden, maar het is de SFK niet bekend in welke mate dat ook gebeurt. Als de AGB-code op het recept ontbreekt, dan hebben apothekers vaak extra werk, omdat zorgverzekeraars van apothekers verlangen dat in de declaraties van geneesmiddelen adequate gegevens van voorschrijvers zijn opgenomen.
Overige voorschrijvers
De groep overige voorschrijvers staat aan de basis van bijna 3% van de verstrekkingen. Dit komt neer op ruim 3,5 miljoen verstrekkingen in 2018. Ongeveer 1,6 miljoen daarvan komen uit de pen van de groep ‘overige artsen’, waartoe onder meer basisartsen, spoedeisende hulp artsen, sportartsen en verslavingszorgartsen horen. Hun AGB-code begint met 84. Tandartsen en kaakchirurgen (AGB-code beginnend met respectievelijk 12 en 11) zijn samen goed voor ruim 800.000 voorschriften.
Verpleegkundig specialisten, van wie de AGB-code met 91 begint, mogen sinds 2012 zelfstandig receptplichtige geneesmiddelen voorschrijven, mits dat binnen hun deskundigheidsgebied is en het om routinematige recepten gaat waarvan de risico’s te overzien zijn. De SFK registreerde in 2018 bijna 550.000 verstrekkingen op basis van recepten van verpleegkundig specialisten, terwijl dat er twee jaar daarvoor – in 2016 – nog maar ongeveer 200.000 waren.
Deze toename hoeft niet per se te betekenen dat deze groep meer recepten uitschrijft, maar kan ook worden verklaard doordat voorschrijversgegevens meer gedetailleerd in de apotheekinformatiesystemen worden vastgelegd. Het aantal verstrekkingen waarvan de SFK het type voorschrijver niet kan achterhalen, is in diezelfde periode namelijk met 90% afgenomen.