Ambulancemedewerkers kunnen thuis onderzoek doen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid
Niet iedereen met pijn op de borst hoeft hiervoor naar het ziekenhuis. Patiënten met een laag risico op een hartinfarct kunnen door ambulancemedewerkers thuis onderzocht worden, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor hun gezondheid. Bovendien verlaagt deze analyse de zorgkosten. Dit laat onderzoek onder leiding van het Radboudumc zien.
Ambulances vervoeren jaarlijks zo’n 200.000 mensen met pijn op de borst naar de Eerste Hart Hulp (EHH). In het ziekenhuis blijkt vervolgens dat 80 tot 90 procent van deze mensen geen hartprobleem heeft. Zij mogen weer naar huis. Cardiologen van het Radboudumc onderzochten de mogelijkheid om deze patiënten in eerste instantie thuis te onderzoeken, en alleen door te sturen bij een hoog risico op bijvoorbeeld een hartinfarct. Uit de resultaten blijkt dat ziekenhuisbezoek vaak niet nodig is, omdat er geen sprake is van een hartprobleem.
Laag risico op een hartinfarct
Aan het onderzoek deden bijna 900 mensen met pijn op de borst mee. Ambulancemedewerkers beoordeelden hun risico op een hartprobleem aan de hand van de symptomen, leeftijd, risicofactoren en een ECG (hartfilmpje). Bij een hoog risico op een hartinfarct ging een patiënt direct naar het ziekenhuis. Bij een laag risico analyseerden de ambulancemedewerkers de hoeveelheid troponine in het bloed. Dit eiwit komt vrij bij schade aan het hart, en is een indicatie voor een dreigend hartinfarct.
Was het troponinegehalte hoog? Dan ging een patiënt direct naar het ziekenhuis. Maar was het gehalte troponine laag, dan bleef de patiënt thuis, voorzien van nadere instructies zoals contact met de huisarts. Alle patiënten werden tot dertig dagen na de gebeurtenis gevolgd. De onderzoekers wilden weten of er in die periode alsnog een groot hartprobleem, zoals een hartinfarct, optrad.
De kans hierop was heel klein. In de patiëntengroep die thuisbleef met een laag troponinegehalte, trad er in 0.5% van de gevallen een groot hartprobleem op, in de groep die met een laag troponinegehalte alsnog naar het ziekenhuisging was dit 1.0%. Arts-onderzoeker Joris Aarts: ‘Patiënten met een laag risico op een hartinfarct kunnen over het algemeen veilig thuisblijven. Dit is goed nieuws, want een spoedrit met de ambulance en ziekenhuisopname zijn ingrijpende gebeurtenissen. Nu weten we dat het vaak niet nodig is.’
Verminderen van zorgkosten
Daarnaast verlaagt deze nieuwe analyse bij de patiënt thuis de zorgkosten. De onderzoekers berekenden dat het meer dan 600 euro per patiënt scheelt als ze niet naar het ziekenhuis hoeven. Cardioloog en hoofdonderzoeker Cyril Camaro: ‘Als we dit in heel Nederland invoeren, scheelt dit op jaarbasis tot wel 48 miljoen euro. In het Integraal Zorgakkoord wordt gehamerd op meer doelmatige zorg. Hier spelen we allemaal een rol in.’
Daarnaast benadrukt hij ook een betere inzet van ambulances: ‘We zetten ambulancemedewerkers slimmer in. Bovendien zijn zij, ondanks de thuismeting, sneller beschikbaar voor een nieuwe patiënt omdat ze niet met elke patiënt naar de EHH hoeven.’ Ten slotte kan deze aanpak ook helpen om het probleem van Eerste Hulp-sluitingen bij drukte aan te pakken.
Samenwerking
Camaro richt zich de komende jaren op de implementatie van dit project. Recent kwam een landelijk consortium bij elkaar, met hierin alle Nederlandse onderzoeksgroepen die zich bezighouden met de beoordeling van een patiënt voordat deze in het ziekenhuis komt, de zogeheten pre-hospitale triage. Voor de landelijke uitrol van deze nieuwe strategie zijn strikte monitoring en goede scholing en training cruciaal. Bij een deel van de patiënten met pijn op de borst, de hoogrisicopatiënten, is nog niet duidelijk of deze strategie goed werkt. Een landelijk vervolgonderzoek is hierbij wenselijk.
Tot slot benadrukt Camaro de samenwerking in de keten: ‘In dit onderzoek werkten we met veel collega's samen. Dat moest ook, want een mogelijke verandering in beleid heeft gevolgen voor iedereen: de patiënt, het ambulancepersoneel, huisartsen, spoedartsen en cardiologen. Daarom moeten we het samen doen.’
Bron: RadboudUMC