Zonder Europese maatregelen zou de hoeveelheid luchtverontreinigende stoffen veel hoger
Europees beleid om de luchtkwaliteit te verbeteren heeft sinds de jaren zeventig geleid tot veel lagere uitstoot. Ook daalde de concentratie fijnstof en stikstofdioxide in de lucht. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu door expert luchtkwaliteit Guus Velders. zijn en zou de gemiddelde levensverwachting in Nederland zo’n zes jaar lager liggen.
Scenariostudie
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu -onderzoekers onderzochten verbeteringen van de luchtkwaliteit en de bijbehorende gezondheidseffecten in Nederland sinds 1980. Ze bekeken ook welke landen, sectoren en beleid hiervoor verantwoordelijk zijn. De onderzoekers berekenden de concentratie van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht aan de hand van twee scenario's. Het eerste scenario bevatte de officieel gerapporteerde uitstoot van stoffen in Europa en diende als referentie. In het tweede scenario was het uitgangspunt juist dat er vanaf 1980 géén sprake zou zijn van luchtkwaliteitsbeleid en de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen sterk toenam.
Uitkomsten
Luchtverontreinigende stoffen als zwaveldioxide (SO2 zwaveldioxide ), stikstofdioxide (NO2 Stikstofdioxide ) en fijn stof (PM10 fijnstof en PM2,5 fijnstof ) zijn slecht voor de gezondheid. Sinds de jaren zeventig zijn in Europees verband verschillende maatregelen genomen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Voor specifieke stoffen moesten landen hun uitstoot voor 2010 al verlagen tot een maximum niveau. Tot 2030 moet dit niveau in stappen verder worden verlaagd. Dit beleid heeft gezorgd tot verlagingen van concentraties van deze stoffen in Nederland en elders in Europa.
In het scenario zonder beleid steeg het gemiddelde aan fijn stof in de Nederlandse atmosfeer van 59 µg m 3 in 1980 tot 102 µg m 3 in 2015. In werkelijkheid daalde de concentratie juist naar 12 µg m 3. Het verschil wordt voor meer dan de helft (56%) veroorzaakt door reducties in de uitstoot van sectoren buiten Nederland. De industrie (54%), de landbouw (23%) en de transportsector (15%) zijn verantwoordelijk voor deze daling. Uitgedrukt in levensjaren leveren de Europese maatregelen zo’n 700.000 extra levensjaren per jaar op, genoeg voor ongeveer 6 extra levensjaren gemiddeld per inwoner van Nederland.
Ook met de huidige luchtkwaliteit zijn er nog gezondheidseffecten. Het kabinet en gemeenten hebben daarom het Schone Lucht Akkoord opgesteld om de komende jaren de luchtkwaliteit verder te verbeteren.