Onderzoekers ontdekten dat mensen die een verschillende genetische aanleg hebben ook anders met de coronacrisis omgaan
Doordat tijdens de coronacrisis Nederlanders meer op zichzelf aangewezen raakten, is de mate waarin DNA ons gedrag en welbevinden beïnvloedt steeds groter geworden. Dit blijkt uit onderzoek bij 30.000 deelnemers van het Lifelines Corona-onderzoek, dat wordt uitgevoerd door het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen.
Erfelijke aanleg beïnvloedt gedrag tijdens coronacrisis
De onderzoekers ontdekten dat mensen die een verschillende genetische aanleg hebben ook anders met de coronacrisis omgaan. Zo ervaren mensen met een verhoogde genetische kans op neurotisch gedrag vaker angst voor vaccinaties en heeft genetische aanleg voor depressieve gevoelens effect op de gerapporteerde vermoeidheid het afgelopen jaar. Ook geven mensen met een genetische aanleg om hoger opgeleid te zijn minder vaak een hand, maar zij wasten juist hun handen minder vaak. Daarnaast blijken juist de mensen met aanleg voor alcoholconsumptie moeite te hebben gehad met het mijden van horecagelegenheden. En ondanks dat Nederlanders niet op wintersport zijn geweest, blijken de mensen die zulke plannen in november wel hadden vaker een genetische aanleg voor risicovol gedrag te hebben.
Toename invloed erfelijkheid op kwaliteit van leven en vermoeidheid
De Lifelines-deelnemers hebben vanaf het begin van de coronacrisis al negentien keer een vragenlijst ingevuld. Dit combineerden de onderzoekers met informatie over het DNA van de deelnemers. Daardoor kon worden achterhaald dat de invloed van erfelijkheid op de ervaren kwaliteit van leven en vermoeidheid gedurende de coronacrisis steeds groter werd. De stemming van mensen die van nature tevreden waren met het leven werd minder sterk negatief beïnvloed, dan de stemming van mensen van mensen die van nature wat meer ontevreden waren: hun ervaren kwaliteit van leven nam gaandeweg de coronacrisis sterker af.
Veerkracht fors op de proef gesteld
Lude Franke is hoogleraar Genetica in het UMCG en laatste auteur van deze studie naar het verband tussen gedragingen en gevoelens van mensen tijdens de pandemie en hun genetische bouwtekening. “De coronamaatregelen hebben de veerkracht van veel mensen fors op de proef gesteld. Daarnaast is sociaal contact, wat sterk van invloed is op ons welzijn, in de afgelopen periode vaak maar beperkt mogelijk geweest. Doordat de coronacrisis en sociale isolatie zo lang duurde, raakten mensen steeds meer op zichzelf aangewezen. Een belangrijke vraag was of hierdoor ook de invloed van de omgeving is verminderd en de invloed van genetica is toegenomen. Ons onderzoek laat zien dat de genetische invloed tijdens de coronacrisis steeds sterker is geworden. Waarbij overigens wel de kanttekening moet worden gemaakt dat de invloed van omgevingsfactoren nog altijd veel groter is. Het leert ons dat het debat over ‘nature versus nurture’ sterk afhangt van de situatie waarin je dit bestudeert.” Co-auteur Patrick Deelen van de afdeling genetica van het UMCG vult aan: “Daarbij zien we ook aanwijzingen dat genetica bijdraagt aan onze psychische weerbaarheid in tijden van stress”.
Het Lifelines Corona-onderzoek
Sinds maart 2020 hebben 30.000 Lifelines deelnemers met grote regelmaat vragenlijsten ingevuld over hun fysieke en mentale gezondheid, levensstijl en hun houding ten opzichte van de coronacrisis. Omdat zij al sinds 2006 worden gevolgd en recent ook hun DNA was onderzocht, kon dit unieke onderzoek worden uitgevoerd.