Twee nieuwe geneesmiddelen in de top 10 zijn het diabetesmiddel semaglutide en het opioïd fentanyl
Diabetesmiddel semaglutide was met een uitgaventoename van 49% de grootste stijger in de uitgaven-top 10 van 2023. Met € 84 miljoen staat het middel op de 5de plek. Antistollingsmiddelen apixaban (€ 141 miljoen) en rivaroxaban (€ 129 miljoen) blijven koploper. Aldus de SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.
Net als eerder staan de DOAC-antistollingsmiddelen apixaban en rivaroxaban ook in 2023 bovenaan de top 10 van uitgaven aan pakketgeneesmiddelen. Apixaban gaat aan kop met € 141 miljoen aan uitgaven, 17% meer dan in 2022. Rivaroxaban volgt met € 129 miljoen, een toename van 8%. De sterk gestegen uitgaven aan deze middelen komen door een evenredig toegenomen gebruik.
Kaftrio, een combinatiepreparaat van ivacaftor met tezacaftor en elexacaftor tegen cystische fibrose, behoudt de derde plek in de top 10. In 2023 werd € 124 miljoen aan Kaftrio uitgegeven door zo’n 1200 gebruikers, die dit moeten combineren met los ivacaftor, dat € 80 miljoen kostte. Voor bovengenoemde middelen geldt dat de overheid een financieel arrangement heeft gesloten met de fabrikanten, waardoor de werkelijke uitgaven lager liggen.
Nieuw in top 10
Twee nieuwe geneesmiddelen in de top 10 zijn het diabetesmiddel semaglutide en het opioïd fentanyl. Semaglutide behoort tot de zogeheten GLP-1-agonisten. Van deze groep lopen zowel het aantal gebruikers als de bijbehorende uitgaven sterk op sinds de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 adviseert eerder te starten met een GLP-1-agonist bij zeer-hoogrisico cardiovasculaire patiënten. Aan semaglutide werd in 2023 49% meer uitgeven dan in 2022, toe te schrijven aan een evenzo grote groei van het aantal gebruikers (43%).
Voor fentanyl geldt dat de uitgaven aan dit middel (+14%) veel sterker lijken te zijn toegenomen dan het aantal gebruikers (+2%). Dit lijkt terug te voeren op preferentieafspraken van enkele grote zorgverzekeraars, waarbij een aantal fentanylproducten met een kunstmatig hoge lijstprijs zijn aangewezen als preferent middel. Door couvertafspraken met de fabrikant betaalt de verzekeraar een onbekende, veel lagere prijs dan de officiële lijstprijs, terwijl in publieke cijfers de kosten veel hoger uitkomen.
Ten slotte is ook hekkensluiter alirocumab, net als evolocumab een relatief nieuwe cholesterolverlager, nieuw in de top 10 met € 67 miljoen aan uitgaven (+14%).
Bron: SFK