Het zorgpersoneel heeft te maken met toegenomen agressie, intimidatie en fysiek en emotioneel zwaar werk
Het welzijn van zorgmedewerkers is op het vlak van werk-privébalans en persoonlijke ontwikkeling de afgelopen jaren verbeterd, zo blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Toch heeft het zorgpersoneel te maken met toegenomen agressie, intimidatie en fysiek en emotioneel zwaar werk. Beleid moet zich focussen op preventie, signalering en nazorg om veiligheid van personeel te borgen.
De krapte op de arbeidsmarkt blijft een hardnekkig probleem. Vooral de zorgsector wordt extra hard getroffen vanwege de vergrijzing. Niet alleen zijn er meer ouderen om voor te zorgen, ook gaat veel zorgpersoneel de komende tien jaar met pensioen. Dit levert enerzijds meer werkdruk op, maar zorgt anderzijds voor een sterkere positie van zorgwerknemers.
Door het tekort aan zorgpersoneel kunnen werknemers namelijk makkelijk overstappen naar een andere werkgever. Waar in 2015 ongeveer de helft van de werknemers dacht eenvoudig van baan te kunnen wisselen, is dit toegenomen naar ruim 4 op de 5 medewerkers in 2023. Om personeel te behouden, moeten zorgaanbieders dus meer investeren in het welzijn van hun werknemers.
Lees ook: Werkgeluk uitkomst voor personeelstekort in de zorg
Welzijn van zorgpersoneel is verbeterd
In de praktijk blijkt dat zorgaanbieders inderdaad meer inspanningen leveren om het welzijn van hun werknemers te verbeteren. Zo blijkt uit de Welzijnsmonitor dat leidinggevenden vaker de ontwikkeling van vaardigheden van hun personeel stimuleren. In 2015 gaf een kwart van het zorgpersoneel aan dat hun leidinggevende hier aandacht aan besteedt, in 2023 ruim een derde. Daarnaast hebben zorgmedewerkers meer zeggenschap over de uitvoering van hun werk en is hun autonomie gegroeid.
Ook is de balans tussen werk en privé verbeterd, ondanks dat deze laag blijft in vergelijking met andere sectoren. Zo is de vrijheid in het opnemen van verlof gestegen van 36,9 procent in 2015 naar 40,3 procent in 2023. De vrijheid in het bepalen van de werktijden is in dezelfde periode gestegen van 16,8 naar 20 procent. Hoewel de verbeteringen op de werk-privébalans klein zijn, is deze ontwikkeling gezien de toegenomen druk op de zorg toch noemenswaardig. Met het geven van meer flexibiliteit willen zorginstellingen vooral voorkomen dat hun werknemers vertrekken en zich vervolgens aanbieden als zelfstandig ondernemer (zzp’er), een positie die doorgaans meer vrijheid biedt.
Zorgsector blijft achter op gezondheid en veiligheid
Hoewel het welzijn in bepaalde opzichten is verbeterd, valt er op het gebied van gezondheid en veiligheid nog veel te winnen. De Sectorale Welzijnsmonitor toont aan dat werken in de zorg op emotioneel vlak een stuk veeleisender is dan werken in andere sectoren. Zorgpersoneel geeft vier keer vaker aan emotioneel belast te zijn dan personeel in andere sectoren. Vooral psychologen, artsen, sociaal werkers en verzorgenden ondervinden relatief veel druk.
Psychologen in het bijzonder ervaren dit het meest, met meer dan 60 procent die hun werk als emotioneel veeleisend beschouwt. De betrokkenheid die zij hebben bij hun patiënten, de overvolle wachtlijsten en de hoge werkdruk eisen hun tol. Hierdoor kampt 32 procent van de psychologen regelmatig met burn-outklachten, terwijl dit onder het totale zorgpersoneel gemiddeld 20 procent is.
Verder is het werk van zorgpersoneel fysiek zwaar; ruim 42 procent van het zorgpersoneel geeft dit aan. Voor verpleegkundigen, verzorgenden, laboranten en schoonmakers ligt dit percentage zelfs rond de 65 procent. De tegenhangers hiervan zijn de psychologen en sociologen, die weinig fysiek belast zijn in de uitvoering van hun werk.
De veiligheid in de zorgsector is vorig jaar als enige indicator in absolute zin verslechterd. Personeel kreeg vaker te maken met incidenten. De Welzijnsmonitor laat zien dat 1 op de 10 zorgmedewerkers in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met lichamelijk geweld door patiënten of hun naasten. In de meeste andere sectoren heeft vrijwel niemand te maken met fysiek geweld. In de retail, dat op een tweede plek staat, heeft ‘slechts’ 1 op de 55 werknemers met fysiek geweld te maken. De zorgsector spant hier dus verreweg de kroon.
Het zijn vooral de zorgverleners die met fysiek geweld te maken hebben, aangezien kantoorpersoneel het gemiddelde in de zorg enigszins omlaag trekt. Zo is bijna 1 op de 5 sociaal werkers afgelopen jaar fysiek belaagd. Onder verzorgenden is het 1 op de 6 en onder verpleegkundigen en artsen 1 op de 8. Ook steekt de zorgsector sterk boven andere sectoren uit op het vlak van intimidatie, bedreigingen en ongewenste seksuele aandacht door patiënten.
Zorginstellingen aan zet om arbeidsomstandigheden te verbeteren
Het zorgpersoneel ondervindt veel last van dit fysieke geweld. De functies die het meest te maken hebben met geweldsincidenten, zoals verzorgenden en sociaal werkers, kennen ook het hoogste langdurig verzuim. Uit de Werkgeversenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat ruim de helft van de werkgevers geen nazorg biedt voor medewerkers die te maken kregen met agressie en geweld, terwijl dit een fundamenteel onderdeel is van het waarborgen van veiligheid en gezondheid. Het gebrek aan nazorg kan een verklaring zijn voor het hoge langdurig verzuim onder werknemers met deze functies.
Daarnaast zijn lastige kwesties niet altijd bespreekbaar en weten werknemers niet altijd waar ze terecht kunnen voor vragen over veilig en gezond werken, zoals blijkt uit de Welzijnsmonitor. Het instellen van een meldpunt of een aanspreekpunt voor onveilige situaties is belangrijk, maar ook is het zaak dat een leidinggevende of collega regelmatig vraagt hoe het gaat.
Het arbobeleid, dat zich richt op de arbeidsomstandigheden, moet een cultuur creëren waar fysieke of emotionele belasting en algeheel welzijn van het zorgpersoneel bespreekbaar zijn. Dit arbobeleid blijkt zich uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad helaas voornamelijk te richten op de gevolgen van ongezond en onveilig werken, terwijl er juist aandacht nodig is voor de preventie hiervan.
Voorlichting, training en nazorg
Uit de Werkgeversenquête van het CBS blijkt dat bijna de helft van de zorgaanbieders ervaart dat de omvang van agressie en geweld in 2023 is toegenomen, terwijl maar een kwart van de werkgevers trainingen geeft in weerbaarheid en omgaan met agressie. Het is juist van belang dat zorgmedewerkers beter voorgelicht en getraind worden om hen handvatten te geven over hoe zij met zulke situaties om moeten gaan. Zo kunnen incidenten in het vervolg voorkomen worden.
Wanneer er wel een incident voorvalt is het leveren van nazorg essentieel. Het faciliteren van nazorg gebeurt nu slechts bij een derde van de werkgevers. Ook duidelijke gedragsregels voor patiënten, met officiële waarschuwingen en in extreme gevallen eventuele uitsluiting van behandeling, bieden kaders voor het zorgpersoneel om veilig hun werk te doen.
Al met al moeten de veiligheid, gezondheid en daarmee het algehele welzijn van zorgpersoneel voorop staan bij zorginstellingen, mede om uitstroom te verminderen van zorgpersoneel, dat immers een sterke positie op de arbeidsmarkt heeft. Preventie, signalering en nazorg zijn hierbij sleutelfactoren. Een meer gezonde en veilige werkomgeving zal ten goede komen aan zorginstellingen, de werknemers en uiteindelijk aan de patiënt.
Meer informatie
SER: Dossier Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer
Lees verder in de sector Zorg
In de komende jaren verandert de sector om meer zorg te kunnen leveren met minder middelen. De vraag naar zorg neemt verder toe door vergrijzing terwijl nauwelijks meer zorgpersoneel aangetrokken kan worden. Innovatie en samenwerking maken het werk makkelijker en leuker, waardoor de zorgverlening houdbaar en van hoge kwaliteit blijft.
Bron: ABN AMRO