De jongste werknemers hadden het vaakst een arbeidsongeval met verzuim
In 2017 had 1,6 procent van de werknemers van 15 tot 75 jaar een arbeidsongeval dat tot minimaal één dag verzuim leidde. In 2015 was dat nog 1,4 procent. Onder zelfstandig ondernemers was dit met 1,2 procent iets lager, en bleef het gelijk. De jongste werknemers hadden het vaakst een arbeidsongeval met verzuim. Dat meldt het CBS op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA), uitgevoerd door het CBS en TNO.
Onder zelfstandig ondernemers met personeel had 0,7 procent in 2017 een arbeidsongeval met verzuim. Dit was nagenoeg gelijk in 2015. Onder zelfstandig ondernemers zonder personeel (zzp’ers) was dit aandeel in beide jaren 1,3 procent. Zzp’ers die vooral producten verkopen of grondstoffen aanbieden, hebben vaker een arbeidsongeval met verzuim dan zzp’ers die eigen arbeid of diensten aanbieden.
Jongste werknemers vaker arbeidsongeval met verzuim
Jongere werknemers (15 tot 25 jaar) hadden in 2017 vaker een arbeidsongeval met verzuim dan oudere werknemers. Dit hangt samen met andere verschillen tussen jong en oud. Jongere werknemers zijn bijvoorbeeld vaker uitzendkracht dan oudere werknemers, en uitzendkrachten hebben vaker een arbeidsongeval dan werknemers met een vaste arbeidsrelatie.
In Nederland minder ernstige arbeidsongevallen dan gemiddeld EU
In 2016 deden zich in de 28 EU-landen gemiddeld 1,7 duizend arbeidsongevallen met ten minste vier dagen verzuim per 100 duizend werknemers voor. Nederland zit met 1,3 duizend onder dit EU-gemiddelde. Ten opzichte van 2015 is het aantal arbeidsongevallen met minstens vier dagen verzuim zowel in Nederland als in de Europese Unie gestegen. Toen telde Nederland ruim 1,2 duizend arbeidsongevallen per 100 duizend werknemers, tegenover een EU-gemiddelde van ruim 1,6 duizend per 100 duizend.