Mensen met depressie en angst roken vaker: risico op longkanker hoger
Mensen die kampen met angst en depressie roken vaker. En roken vergroot de kans op longkanker. ‘Roken verklaart waarom mensen met een depressie en angst een iets hoger risico hebben op longkanker’, aldus onderzoeksleider Femke Lamers van Amsterdam UMC. De resultaten van dit onderzoek zijn 30 april gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Psychological Medicine.
Kanker krijg je niet door een negatieve mentale toestand. Dit bleek in 2023 uit onderzoek van Amsterdam UMC. Wél kwam uit deze studie naar voren dat mensen met depressie en angst een verhoogd risico op longkanker hebben. De onderzoekers wilden weten waarom. Femke Lamers leidt een groot internationaal consortium dat deze vraag onderzocht. Ze licht toe: “Veel patiënten met kanker die ook kampen met depressie of angst, hebben het gevoel dat hun mentale toestand het risico op kanker heeft vergroot. Door het onderzoek uit 2023 weten we dat dit niet het geval is. Toch zagen we bij de groep met depressie en angst een verhoogd risico op longkanker. Uit ons recente onderzoek blijkt dat deze uitzondering goed te verklaren is doordat deze mensen vaker dan anderen sigaretten roken. Dit leidt tot een enigszins hoger risico op longkanker.”
Gezonde levensstijl
Voor iedereen is een gezonde levensstijl belangrijk. Dus meer bewegen, gezond eten, niet te veel alcohol en stoppen met roken. “Ook de mensen met depressie- en angstklachten doen er goed aan om er een gezonde levensstijl op na te houden. Maar we begrijpen ook wel dat dit niet voor iedereen zo makkelijk is”, aldus Lamers.
Big data
In dit internationale onderzoek Psychosocial factors and cancer incidence (PSY-CA) werden de gegevens gebruikt van bijna 320.000 mensen uit 18 grote databestanden in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, en Canada. In Nederland waren Amsterdam UMC, UMC Groningen, Utrecht UMC, Erasmus MC, Universiteit Maastricht, RIVM en Nederlands Kanker Instituut betrokken. Dit project, gefinancierd door KWF Kankerbestrijding, is groter en beter opgezet dan eerder onderzoek over dit onderwerp.
Lees het wetenschappelijke artikel in Psychological Medicine
Bron: Amsterdam UMC