Tweemaal per jaar, per april en per oktober, stelt de minister op basis van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP) nieuwe maximumprijzen vast
De prijzen van receptplichtige geneesmiddelen binnen het basispakket namen per 1 oktober met gemiddeld 0,4% af in vergelijking met de maand ervoor. Dat is in 2019 tot dusver de sterkste daling in een maand. De prijsdaling van het antikankermiddel pegfilgrastim – die onder druk van de WGP tot stand kwam – draagt het meeste bij aan de besparing. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Tweemaal per jaar, per april en per oktober, stelt de minister op basis van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP) nieuwe maximumprijzen vast. Deze maximumprijzen zijn gebaseerd op het gemiddelde van de prijzen van hetzelfde geneesmiddel in vier landen om ons heen: België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Fabrikanten mogen een geneesmiddel niet tegen een hogere prijs dan de maximumprijs in Nederland in de handel brengen. Momenteel ligt een wetswijziging voor, die al door de Tweede Kamer is aangenomen, waarbij Duitsland wordt vervangen door Noorwegen, omdat daar de geneesmiddelprijzen gemiddeld lager zijn dan in Duitsland.
Miljoenenbesparing
85% van de prijsdalingen per oktober vond plaats onder invloed van de WGP. Daarvan had de prijsdaling van pegfilgrastim de meeste impact. Lag de apotheekinkoopprijs (AIP) van dat middel in september nog iets onder de toen geldende limiet, per oktober daalde de prijzen met € 159 per injectie naar de nieuwe limietprijs van € 820. Dat levert op jaarbasis een besparing op van € 1,4 miljoen. Ook de prijsdaling van het hiv-middel darunavir levert een besparing op in die grootteorde. De minister stelde voor het eerst een limiet vast voor de lage sterktes van dit middel.
Voor sommige geneesmiddelen wordt geen limiet vastgesteld. Samen zijn die middelen goed voor ruim 40% van de uitgaven in september. Van alle uitgaven komt 17% op het conto van geneesmiddelen met een limiet, maar waarvoor de fabrikant een AIP hanteert die daar ver onder ligt. De overige 43% van de uitgaven gaat naar geneesmiddelen waarbij de AIP gelijk is aan de limiet of daar maximaal 1% onder blijft. Deze geneesmiddelen staan direct onder druk van de WGP.
De prijswijzigingen per 1 oktober leiden tot een netto besparing van € 12 miljoen op jaarbasis. Tegenover prijsdalingen die in totaal tot € 22 miljoen minder uitgaven leiden, staan prijsstijgingen die op jaarbasis samen op € 10 miljoen uitkomen.
Generiek
Sinds mei vertoont de SFK-prijs-index voor generieke geneesmiddelen weer een dalende trend, na enkele maanden van relatief sterke stijging. Van de generieke middelen hebben de oktober-prijsdalingen van het bovengenoemde darunavir samen met die van codeïne en de hiv-remmende combinatie van tenofovirdisproxil met emtricitabine de meeste impact.
Voor de ontwikkeling van het prijspeil van receptgeneesmiddelen hanteert de SFK een index. Iedere maand bepaalt de SFK de totale kosten van alle door openbare apotheken verstrekte geneesmiddelen en vergelijkt die met de kosten van dezelfde hoeveelheid van dezelfde middelen tegen de prijzen van de daaropvolgende maand. De verhouding daartussen geeft de indexontwikkeling weer.