De verbeterpunten hadden te maken met de onderlinge samenwerking tussen partijen in het straf-, zorg- en sociaal domein

De zorg en ondersteuning aan jongvolwassenen met een justitieel (zeden)verleden in Zuid-Limburg is verbeterd. Dit concludeert Toezicht Sociaal Domein (TSD). TSD monitorde afgelopen jaar een verbetertraject van de gemeente Sittard-Geleen en betrokken partijen in het straf-, zorg- en sociaal domein. Aanleiding hiervoor was het onderzoek van TSD naar de zorg en ondersteuning die Donny M. kreeg. M. wordt verdacht van het ontvoeren, seksueel misbruiken en vermoorden van Gino (9) in juni 2022.

TSD heeft de monitoring nu afgesloten. Er is vertrouwen dat er voldoende is verbeterd in de zorg en ondersteuning aan jongvolwassenen met een justitieel (zeden)verleden.

In totaal waren 14 organisaties in het straf-, zorg- en sociaal domein betrokken bij de zorg en ondersteuning aan Donny M. sinds zijn eerdere veroordeling voor een gewelds- en zedendelict. TSD, het samenwerkingsverband van vier Rijksinspecties, deed samen met de Wmo-toezichthouder van de gemeente Maastricht onderzoek. TSD stelde in 2023 vast dat de zorg en ondersteuning aan Donny M. niet altijd passend is geweest. Hoewel de betrokken organisaties meestal volgens richtlijnen en afspraken hebben gewerkt, was er toch verbetering nodig. Ook als de partijen anders hadden gehandeld, is het niet zeker of gebeurtenissen voorkomen hadden kunnen worden. 

Verbeterpunten
De verbeterpunten hadden te maken met de onderlinge samenwerking tussen partijen in het straf-, zorg- en sociaal domein. Op alle onderdelen hebben de gemeente Sittard-Geleen en de betrokken partijen maatregelen genomen. 

Het gaat om:

  • Patroonherkenning: maatregelen om incidenten met een persoon over een langere tijd in kaart te brengen en te analyseren. Doel hiervan is dat niet iedere opeenvolgende zorg- of hulpverlener het gedrag zelf moet doorgronden.   
  • Regievoering: maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de rol, taken en verantwoordelijkheden van regievoerders altijd duidelijk zijn. Ook moet altijd helder zijn wie de regie heeft.
  • Overdracht en nazorg: organisaties in het sociaal domein hebben een andere kennis en deskundigheid dan in de forensische zorg. TSD vindt het belangrijk dat professionals informatie met elkaar delen en bij elkaar opvragen. De overdracht en nazorg tussen zorgaanbieders moet zorgvuldig zijn. Zo kunnen professionals van een forensische organisatie bijvoorbeeld een periode blijven meekijken met de ondersteuning van een cliënt door professionals in het sociaal domein. 

Landelijke aandachtspunten
Uit het onderzoek naar de zorg en ondersteuning aan Donny M. kwamen ook een aantal overkoepelende aandachtspunten naar voren. Deze heeft TSD besproken met de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). 

De landelijke aandachtspunten zijn: 

  • Monitoring na forensisch traject: het is belangrijk dat organisaties samenwerken om cliënten die uit de forensische zorg komen beter verder te kunnen helpen.
  • Beschikbaarheid beschermd wonen: blijf oog houden voor (jong)volwassenen met zwaardere problematiek die een passende beschermde woonplek nodig hebben.
  • Bemoeizorg: kijk naar mogelijkheden om eerder bemoeizorg in te zetten. Bemoeizorg is een vorm van hulpverlening voor mensen die zelf geen hulp vragen. Start niet pas met bemoeizorg als alle hulpverlening is gestopt en iemand (weer) overlast veroorzaakt. 
  • Informatie delen: het is belangrijk dat de Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein (Wams) zo snel mogelijk wordt behandeld in de Tweede Kamer.

De reactie van de bewindslieden van JenV en VWS op de aandachtspunten staat in de beleidsreactie op het rapport. 

Document
Afsluitende brief zorg en ondersteuning aan Donny M.

Bron: IGJ