Minister Edith Schippers (VWS) en de leveranciers van pertuzumab (merknaam: Perjeta) voor de behandeling van borstkanker en pembrolizumab (merknaam: Keytruda) voor de behandeling van onder andere longkanker zijn het na intensieve onderhandelingen eens geworden over de prijs.
Hierdoor kunnen de middelen vergoed worden uit het basispakket.
Het Zorginstituut Nederland oordeelde eerder dat deze middelen weliswaar goed werken, maar te veel kosten in relatie tot de werking en tevens een aanzienlijke impact op het zorgbudget hebben. Om deze middelen op te kunnen nemen dan wel te handhaven in het basispakket adviseerde het Zorginstituut daarom te onderhandelen over de prijs.
‘Het is goed dat deze leveranciers hun verantwoordelijkheid hebben genomen en deze middelen nu tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs aanbieden ‘ aldus Schippers. ‘Alleen zo kunnen we dure geneesmiddelen beschikbaar maken en houden voor alle patiënten.’
Pertuzumab (Perjeta)
Pertuzumab wordt sinds 2013 vergoed vanuit het basispakket voor de behandeling van een specifieke vorm van borstkanker in een gevorderd stadium en sinds 2015 voor een vroeger stadium van borstkanker voorafgaand aan een operatie. Nu financiële afspraken zijn gemaakt, zijn patiënten met borstkanker verzekerd van een blijvende vergoeding van dit middel. Pertuzumab geneest borstkanker niet, maar levert volgens het Zorginstituut voor de helft van de patiënten een overlevingswinst op van ten minste 15 maanden. Het Zorginstituut schatte de totale kosten voor pertuzumab eerder op € 40 miljoen per jaar.
Naast een openbare prijsverlaging van 17,5% zijn aanvullende, vertrouwelijke afspraken gemaakt. De afspraken gelden tot en met 2019 voor het gebruik van pertuzumab in beide geregistreerde toepassingen. Op basis van inschattingen van het Zorginstituut en de leverancier komen er in Nederland zo’n 800-1000 patiënten per jaar in aanmerking voor een behandeling met pertuzumab. Door de financiële afspraken worden de totale uitgaven aan pertuzumab aanzienlijk verlaagd.
Pembrolizumab (Keytruda)
Pembrolizumab is vorig jaar vanwege de hoge prijs en de mogelijk grote impact op het zorgbudget in de zogenaamde ‘pakketsluis’ geplaatst voor de behandeling van longkanker. In april van dit jaar is de behandeling van Hodgkin-lymfoom hieraan toegevoegd. Dit houdt in dat pembrolizumab voor deze behandelingen vooralsnog niet werd vergoed. Gedurende de sluisperiode is het middel beoordeeld door het Zorginstituut en heeft minister Schippers met de leverancier onderhandeld over een prijsverlaging. Dankzij de prijsafspraak met de leverancier zal het middel vanaf 1 juli 2017 worden vergoed voor de start en- vervolgbehandeling van longkanker (niet-kleincellig longcarcinoom), klassiek Hodgkin-lymfoom en alle andere (toekomstige) bewezen effectieve indicaties waarvoor pembrolizumab beschikbaar komt. Het middel was al via het basispakket beschikbaar voor de behandeling van huidkanker.
Eind vorig jaar adviseerde het Zorginstituut om pembrolizumab als vervolgbehandeling bij longkanker niet op te nemen in het basispakket, tenzij door onderhandelingen de prijs omlaag kon worden gebracht en de impact op het zorgbudget kon worden gereduceerd. Het middel zorgt volgens het Zorginstituut bij een deel van deze longkankerpatiënten voor een overlevingswinst van ten minste 7 maanden. Door de prijsonderhandelingen worden de totale uitgaven aan pembrolizumab teruggebracht tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Het Zorginstituut gaf eerder aan dat zonder een prijsverlaging de uitgaven voor pembrolizumab kunnen oplopen tot € 140 miljoen per jaar voor de behandeling van longkanker alleen.
Het positieve onderhandelingsresultaat biedt op dit moment vooral voor ongeveer 1200 patiënten die in aanmerking komen voor pembrolizumab als startbehandeling bij longkanker een belangrijk behandelalternatief in plaats van chemotherapie.
Bron: Rijksoverheid