De zogeheten mitralisklep is één van de vier kleppen in het hart en bevindt zich tussen de linkerkamer en linkerboezem

In het Maastricht UMC+ zijn de eerste patiënten behandeld met een nieuwe methode voor het vervangen van een lekkende mitralisklep. Daarbij werken hartchirurg en cardioloog nauw samen om een kunstmatige hartklep te implanteren in een kloppend hart. De behandelmethode is een uitkomst voor patiënten met een hoog operatierisico, waarbij de huidige behandeltechnieken geen optie zijn.

De zogeheten mitralisklep is één van de vier kleppen in het hart en bevindt zich tussen de linkerkamer en linkerboezem. De kleppen zorgen ervoor dat het bloed de juiste kant op stroomt tijdens het samenknijpen en weer ontspannen van het hart. Het kan echter voorkomen dat de mitralisklep niet meer goed afsluit en dus gaat lekken. Patiënten krijgen dan klachten als kortademigheid, vermoeidheid en hartkloppingen. Daarnaast wordt het risico op hartfalen en op eerder overlijden groter. Niets doen is in dat geval eigenlijk geen optie.

‘Parachute’
Het Maastricht UMC+ heeft een breed scala aan behandeltechnieken voorhanden om een niet goed functionerende mitralisklep te behandelen. Er zijn echter ook patiënten die een te hoog operatierisico hebben voor een chirurgische klepreparatie of -vervanging en waarbij ook de al bestaande technieken niet volstaan. Daar is sinds kort dus verandering in gekomen. De hartchirurg maakt voor de nieuwe behandeling een klein sneetje in de borstkas, waarna hij een katheter via een kleine opening nabij de punt van het hart in de linkerkamer brengt. De beeldvormend cardioloog stuurt de chirurg op basis van echo vervolgens naar de mitralisklep. Die klep is qua structuur enigszins te vergelijken met een parachute en hangt als het ware tussen de hartboezem en -kamer in. Via de katheter wordt een kunstmatige klep ingebracht die in de oude mitralisklep valt, het lek afdicht en de functie van de oorspronkelijke lichaamseigen klep overneemt.

Samenspel
Deze vorm van behandeling kent een aantal voordelen volgens hartchirurgen Peyman Sardari Nia en Suzanne Kats: “Omdat het een minimaal invasieve techniek is en er slechts een sneetje in de borstkas wordt gemaakt, is de hersteltijd vele malen korter. Patiënten zullen na de operatie minder complicaties hebben. En het belangrijkste: we kunnen patiënten die voorheen niet geholpen konden worden op een veilige en adequate manier een behandeloptie bieden.” Beeldvormend cardioloog Bas Streukens onderstreept daarbij het samenspel tussen hartchirurg en cardioloog: “De chirurg werkt op een kloppend hart en ziet eigenlijk niets van wat er binnenin gebeurt. Daarom is het goed en nauwkeurig in beeld brengen essentieel om de behandeling te laten slagen.”