Het is bekend dat veel geneesmiddelen een verschillende effectiviteit kunnen hebben bij mannen en vrouwen

Wetenschappers van het Maastricht UMC+ pleiten voor meer aandacht voor de verschillen tussen mannen en vrouwen in corona-onderzoek. De onderzoekers analyseerden verschillende wetenschappelijke studies naar medicatie die wordt ingezet in de behandeling van het coronavirus. Geen enkele studie bleek in de opzet een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen en hanteerde dus een ‘one-size-fits-all’-benadering. In het wetenschappelijk tijdschrift EClinicalMedicine (The Lancet) publiceerden de Maastrichtse onderzoekers recent hun bevindingen.

Sinds de komst van het coronavirus (SARS-CoV-2) wordt er over de hele wereld onderzoek gedaan naar verschillende aspecten van het virus en de ziekte die het veroorzaakt. Zo ook naar de inzet van verschillende vormen van medicatie, zoals bijvoorbeeld remdesivir, hydroxychloroquine en cortico-steroïden. Het is bekend dat veel geneesmiddelen een verschillende effectiviteit kunnen hebben bij mannen en vrouwen en ook in de diversiteit aan bijwerkingen. Toch wordt in de geneeskunde nog vaak een ‘one-size-fits-all’-benadering toegepast en krijgt iedereen hetzelfde voorgeschreven. Reden voor de Maastrichtse wetenschappers om te kijken of er in het reeds gepubliceerde wetenschappelijk onderzoek naar het coronavirus wel verschil wordt gemaakt tussen de seksen.

Geen onderscheid
Vanaf het begin van de pandemie in januari 2020 tot halverwege juni werden dertig wetenschappelijke publicaties geanalyseerd, gericht op antivirale en antimalariamiddelen en medicatie die invloed heeft op het immuunsysteem. In een kwart van alle studies werden er twee keer zoveel mannen dan vrouwen geïncludeerd. Geen enkele studie had als (vooraf gesteld) doel om onderzoek te doen naar verschillen in effectiviteit van de middelen tussen mannen en vrouwen. In slechts één enkel onderzoek werd met terugwerkende kracht een extra analyse gedaan naar geslachtsverschillen. Uit de statistieken blijkt echter dat mannen vaker overlijden door het coronavirus dan vrouwen (10,4 procent tegenover 7,0 procent), terwijl beide seksen wel even bevattelijk zijn om het virus op te lopen. “Dat duidt er wel op dat het geslacht van invloed is op het ziektebeloop en herstel”, stellen onderzoekers Veronique Schiffer en Emma Janssen die het onderzoek uitvoerden.

Meer aandacht
Volgens internist-intensivist dr. Bas van Bussel is de belangrijkste conclusie dat een ‘one-size-fits-all’- benadering niet meer van deze tijd is: “Alle patiënten krijgen dezelfde behandeling, terwijl we wel degelijk verschillen zien in de uiting van de ziekte tussen mannen en vrouwen. Vrouwen op de intensive care herstellen bijvoorbeeld sneller dan mannen als het gaat om orgaanfalen.” Ook kunnen behandelingen beter werken bij het ene geslacht dan bij het andere, waardoor mogelijk kan worden voorkomen dat iemand op de IC beland.” De Maastrichtse onderzoekers roepen wetenschappers dan ook op om meer aandacht te hebben voor de verschillen tussen beide geslachten als het gaat om de behandeling van het coronavirus. Het sneller openbaar beschikbaar stellen en delen van klinische data zal de onderzoekskracht daarbij verder versterken.

Het onderzoek is uitgevoerd op initiatief en onder leiding van het Maastricht UMC+, waarbij is samengewerkt met verschillende andere ziekenhuizen in de Euregio. Deze centra wisselen inmiddels data onderling uit voor wetenschappelijk onderzoek. De wetenschappelijke publicatie is hier te lezen.