Het dementiesyndroom is een verzamelnaam voor meer dan 100 ziekten, die worden gekenmerkt door een sterkere achteruitgang van de cognitieve functies
Cafeïne wordt al eeuwenlang gebruikt, het verbetert je stemming, vermindert vermoeidheid en verhoogt alertheid. Hoewel de effecten van cafeïne uitgebreid zijn onderzocht bij gezonde volwassenen, is minder bekend over hoe het de gedragssymptomen kan beïnvloeden bij patiënten met dementie. Als specialist ouderengeneeskunde n.p. heeft Michelle Kromhout haar onderzoek gericht op het onderzoeken van deze complexe relatie. Zij verdedigde haar proefschrift op 18 mei.
Het dementiesyndroom is een verzamelnaam voor meer dan 100 ziekten, die worden gekenmerkt door een sterkere achteruitgang van de cognitieve functies dan bij normaal ouder worden. Het kan het denkvermogen, het geheugen en het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren, aantasten. Als gevolg hiervan is het syndroom een van de belangrijkste oorzaken van beperkingen en afhankelijkheid onder ouderen wereldwijd. Bijna alle mensen met dementie zullen op een bepaald moment gedragssymptomen vertonen, die de kwaliteit van hun leven kunnen verminderen. "Verder onderzoek naar oorzaken en effectieve behandelingen van gedragssymptomen bij mensen met dementie moet daarom een van de speerpunten in de zorg zijn", aldus Kromhout.
Omgaan met gedragssymptomen
Nu het aantal dementiegevallen over de hele wereld toeneemt, is een snelle aanpak van gedragssymptomen noodzakelijk. Volgens Kromhout: "Dementie beïnvloedt iedereen anders en elke patiënt vraagt om een persoonsgerichte benadering van de behandeling". De eerste stap die in richtlijnen wordt aanbevolen om een interventie te formuleren is een gedetailleerde multidisciplinaire analyse van gedragsmatige, lichamelijke, psychologische, sociale en omgevingsfactoren. "Verrassend genoeg worden voedingsfactoren vaak over het hoofd gezien en niet meegenomen als mogelijke oorzaak of middel voor interventie".
Een algemeen gebrek aan kennis over dementie leidt vaak tot stigmatisering en barrières voor diagnose en zorg. Kromhout legt uit: "Zo draagt het gebruik van eufemismen als 'onbegrepen gedrag' om gedragssymptomen te beschrijven, niet bij aan een objectieve, eerlijke en gedetailleerde analyse en - daardoor - aan het oplossen van het probleem. Deze symptomen, die agressie, agitatie, angst en apathie kunnen omvatten, verminderen niet alleen de algemene gezondheid en kwaliteit van leven van patiënten, maar vormen ook een grote belasting voor de rest van de samenleving".
Cafeïne en gedrag
Om de beste kwaliteit van zorg te bereiken, is het ook belangrijk te begrijpen hoe bepaalde voedingsmiddelen en dranken gedragssymptomen bij patiënten kunnen beïnvloeden. Cafeïne in thee of koffie wordt bijvoorbeeld al eeuwenlang gebruikt om gedrag te beïnvloeden. Bij gezonde volwassenen heeft matige consumptie van cafeïne een stimulerend effect, terwijl hoge doses de angst kunnen vergroten, psychotische symptomen kunnen veroorzaken en de slaap kunnen belemmeren. Er is echter minder onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten bij mensen met dementie. "Toch is koffie overal verkrijgbaar, wordt het regelmatig gedronken en beperken of regelen de meeste verpleeghuizen de cafeïneconsumptie van hun bewoners niet." Als arts werkzaam in de ouderenzorg heeft Kromhout verschillende (pilot)studies uitgevoerd om deze ingewikkelde relatie verder te onderzoeken.
Een eenvoudige vraag met een complex antwoord
Kromhouts onderzoek begon met een eenvoudige vraag: kan koffie het gedrag van patiënten met dementie beïnvloeden? Op basis van vier verschillende studies kwam de arts tot een complex antwoord: "Er bestaat inderdaad een genuanceerde relatie tussen cafeïne en gedragssymptomen bij dementerenden. Deze effecten zijn echter niet unidirectioneel, kunnen per persoon verschillen, zijn dosisafhankelijk en kunnen in de loop van de tijd veranderen naarmate de dementie vordert". Haar afsluitende advies is dat professionals cafeïne als een moderator moeten opnemen in klinische beoordelingen. "Het aanpassen van de koffieconsumptie van een patiënt is een relatief eenvoudige interventie, maar kan een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van leven mogelijk maken".