Natuurlijke antilichamen kunnen de verspreiding van malariaparasieten voorkomen
Het bloed van een Nederlandse missionaris en van een meisje uit Oeganda vormen de basis voor nieuwe vaccins tegen malaria. Natuurlijke antilichamen uit hun bloedserum kunnen de verspreiding van malariaparasieten via muggen voorkomen. Een internationaal onderzoeksteam bracht deze antilichamen en hun werkingsmechanisme tot in detail in kaart. De resultaten staan beschreven in twee publicaties in Immunity.
Het is heel zeldzaam, maar het bloed van sommige mensen kan overdracht van malariaparasieten blokkeren, en zo verspreiding van de ziekte voorkomen. Hoe kom je die mensen op het spoor en wat zit er bij deze mensen in het bloed? Het team van epidemioloog Teun Bousema van het Radboudumc ontwikkelde daarvoor een test: ze mengen het bloedserum van mensen die mogelijk immuun zijn met gekweekte malariaparasieten en voeren daarmee een kooitje muggen. Een enkele keer blijkt dan dat het serum voorkomt dat de parasieten zich kunnen verspreiden via de muggen.
‘We screenden op deze manier het bloedserum van honderden mensen, vooral uit Afrika. Zij waren allemaal blootgesteld aan malaria’, zegt Bousema. ‘Uiteindelijk toonden twee van hen een heel sterke en langdurige immuniteit tegen verspreiding van parasieten: een Nederlandse missionaris, waarvan het bloed al dertig jaar in de vriezer lag, en een klein meisje uit Oeganda.’ Onderzoeker Matthijs Jore ging vervolgens met een internationaal team aan de slag om verder uit te zoeken welke stoffen in het bloed zo speciaal zijn dat ze de verspreiding van de malariaparasiet voorkomen.
Vaccin tegen verspreiding
Het onderzoeksteam vond meer dan honderd antilichamen in het bloed van de missionaris en het meisje, die een rol konden spelen in hun sterke afweer tegen malaria. Antilichamen zijn stoffen die het lichaam aanmaakt en die heel specifiek gericht zijn tegen een lichaamsvreemde stof, in dit geval tegen twee verschillende eiwitten op een malariaparasiet, die belangrijk zijn voor de verspreiding via muggen. ‘We hebben al die antilichamen apart van elkaar getest op het lab; welk antilichaam voorkomt verspreiding van parasieten het beste, en welke antilichamen doen juist niets?’ vertelt Jore. ‘Al die antilichamen bevatten belangrijke informatie voor een vaccin tegen malaria.’
Daarbij bestudeerde het team van Jore de antilichamen in veel detail, samen met collega’s van The Hospital for Sick Children in Toronto. Hij onderzocht niet alleen tegen welke eiwitten ze gericht waren, maar ook tegen welk onderdeel van de eiwitten. Jore: ‘We zagen dat de meest krachtige antilichamen telkens gericht waren tegen dezelfde delen van de eiwitten. We gebruiken deze informatie nu om een nieuw vaccin te ontwikkelen tegen de verspreiding van malaria.’
Jonge kinderen beschermen
De behoefte aan nieuwe vaccins tegen malaria is nog steeds groot. Ondanks vele investeringen en inspanningen overlijden jaarlijks 600.000 mensen aan malaria, vooral jonge kinderen. ‘De verspreiding van malaria via muggen is heel efficiënt: één persoon kan wel honderd andere mensen infecteren. Verspreiding voorkomen is daarom een essentieel onderdeel in de bestrijding van malaria’, zegt Jore. ‘Ons onderzoek is een grote stap in de richting van een effectief vaccin tegen de verspreiding van deze ziekte. Dat we de natuurlijk opgebouwde immuniteit van de missionaris en het meisje uit Oeganda zo uitgebreid konden onderzoeken, lijkt een sleutel tot succes.’
Bron: RadboudUMC